I
NSTALLATIE
SINGLE MASTER
Lokale registers:
Hebben betrekking op het aange-
sloten toestel.
Globale registers:
nl
Hebben betrekking op het aange-
sloten toestel.
2.2
Het Modbus node adres instellen
nl-8
-
MASTER
SLAVE
Standaard:
Om ook lokale registers van auto slave
toestel te lezen:
Lokale registers:
Hebben betrekking op individuele
toestellen (mits doorgekoppeld aan
Modbus).
Globale registers:
Zijn voor elk toestel gelijk.
Elk toestel met een besturingsprint (type Auto) heeft een
node adres nodig waarmee het toestel wordt herkend in het
Modbus systeem.
Standaard wordt het node adres ingegeven door de
dipswitches op de besturingsprint van het toestel. Deze staan
standaard ingesteld op 1. Afhankelijk van het Modbus netwerk
kan het nodig zijn om het node adres aan te passen. Dit kan
op verschillende manieren:
•
via het b-touch bedieningspaneel
•
via Modbus
•
via de dipswitches op de besturingsprint
Opmerking:
n
Geldige node adres nummers zijn 1 - 247.
Ongeldige node adres nummers (0 en 248 t/m 255)
worden gelezen als node adres 1.
M
/ BAC
ODBUS
MULTIPLE MASTER
Lokale registers:
Hebben betrekking op individuele
toestellen.
Globale registers:
Hebben betrekking op individuele
Master toestellen (met eventueel
bijbehorende Slave toestellen).
NET