I
NLEIDING
Modbus RTU
BACnet
gateway
nl
communicatie parameter
Modbus node adres
registeradres
b-touch menuparameter
toestel code
toestel ID
auto master toestel
auto slave toestel
basic toestel
nl-4
Waarschuwing:
w
Als u de procedure of handeling niet correct
uitvoert, kunt u lichamelijk letsel en/of schade
veroorzaken.
Volg de aanwijzingen strikt op.
Gevaar:
d
Wordt gebruikt voor handelingen die niet toe-
gestaan zijn.
Negeren van dit verbod kan leiden tot
ernstige schade of ongevallen met lichamelijk
letsel.
1.3.2 Definities
Communicatieprotocol
Communicatieprotocol
Module die zorgt voor de vertaling tussen twee verschillende
communicatieprotocollen.
Kenmerk van de Modbus verbinding (baudrate, data, pariteit,
stopbit).
Nummer waaraan het Modbus-systeem het toestel herkent.
Positie (nummer) in het Modbus-systeem waar de waarde/vari-
abele gevonden kan worden (ook wel modbus adres genoemd).
Nummer van de (corresponderende) functie die in het b-touch
bedieningspaneel kan worden ingesteld (via user interfacte of via
settings.txt).
Code van acht cijfers die het toesteltype weergeeft.
Uniek nummer van de besturingsprint van het toestel. Dit
nummer wordt onder andere gebruikt om (via het b-touch
bedieningspaneel) aan te geven welk toestel als master wordt
gebruikt.
Een auto master toestel heeft een besturingsprint voor automa-
tische regeling en is geselecteerd om de globale Biddle regeling
te verzorgen. Ook regelt dit toestel de communicatie in een
master - slave systeem.
Een auto slave toestel heeft een besturingsprint voor automati-
sche regeling, maar wordt grotendeels geregeld door het auto
master toestel.
Alleen bij toestellen IndAC
en NOZ
2
eigen besturingsprint.
M
/ BAC
ODBUS
NET
: Een basic toestel heeft geen
2