2.
In geval meerdere units worden geïnstalleerd (2 units of meer),
zijdelings per rij gekoppeld.
H
Afmetingsverhoudingen van H, A en L zijn in de onderstaande tabel
vermeld.
L
0<L≤1/2H
L≤H
1/2H<L
H<L
Installatie onmogelijk
D
IKTE VAN DE KOELMIDDELLEIDING
EN TOEGESTANE LEIDINGLENGTE
Het monteren van de leidingen moet gebeuren door een
erkend koeltechnicus, overeenkomstig de lokale en
nationale voorschriften.
Informatie voor personen die instaan voor het
installeren van de leidingen:
Open
de
afsluitklep
geïnstalleerd en leeggepompt. (Wanneer u het
systeem probeert te gebruiken met gesloten klep kan
de compressor schade oplopen.)
Laat geen koelmiddel vrij. Verzamel het koelmiddel
volgens de voorschriften inzake het verzamelen en
opruimen van freon.
Gebruik geen vloeimiddel bij het solderen van de
koelmiddelleiding.
Gebruik bij het solderen fosforkoper lasmateriaal
metaal (BCuP) waarbij geen vloeimiddel wordt vereist.
(Een chlorine vloeimiddel zou de leidingen aantasten,
terwijl een vloeimiddel met fluoride de kwaliteit van de
koelolie zou aantasten, waardoor het koelleiding-
systeem negatief zou worden beïnvloed.
Keuze van het leidingmateriaal
Constructiemateriaal: met fosforzuur gedeoxideerde, naadloze
koperen buis voor koelmiddel.
Getemperde kwaliteit: gebruik leidingen van getemperd staal in
functie van de leidingdiameter zoals aangegeven in de tabel
hieronder.
De wanddikte van de koelmiddelleidingen moet voldoen aan de
geldende plaatselijke en nationale voorschriften. De minimale
leidingdikte voor leidingen voor R410A moet overeenstemmen
met de waarden in de tabel hieronder.
Getemperde kwaliteit van
Leidingdiameter
het leidingmateriaal
6,4 / 9,5 / 12,7
O
15,9
O
19,1
1/2H
O = Gegloeid
1/2H = Halfhard
Montagehandleiding
5
L
A
≥2000
(3000)
≥400 (600)
≥1000
(1500)
A
150 (250)
200 (300)
nadat
de
leidingen
Minimale dikte t (mm)
0,80
1,00
Maat koelmiddelleiding
Zie
afbeelding 3
voor tweewegsystemen,
systemen en
afbeelding 5
Hoofdleiding (leiding tussen buitenunit en eerste aftakking).
De leidingen moeten van dezelfde maat zijn als de
buitenaansluitingen.
Type
RZQ71
RZQ100~140
Type
RZQ71~140
(a) In het geval van een tweeweg-, drieweg- en dubbele tweewegtoepassing, zijn de
aangegeven maten van de koelmiddelleiding alleen van toepassing op de
hoofdleidingen. (L1 = leidingen tussen de buitenunit en de aftakking in
afbeeldingen 3~5).
Leiding tussen eerste en tweede aftakking (L2+L3) (alleen voor
dubbel tweewegsysteem).
Vloeistof
Gas
Leiding tussen aftakking en binnenunits (L2~L3 voor tweeweg-,
L2~L4 voor drieweg- en L4~L7 voor dubbel tweewegsysteem).
Deze leidingen moeten van dezelfde maat zijn als de leidingen
van de aangesloten binnenunits. Aftakking: zie markering ' ' in
afbeelding 3,
LET OP
Gebruik voor een nieuwe installatie de standaard
leidingmaten.
zijn
Wanneer u bestaande leidingen gebruikt, mogen
grotere
aangegeven in de tabel hierboven.
Vergroten
combinatie (L1).
Houd rekening met bijkomende beperkingen
inzake leidinglengten zoals vermeld in de tabel
"Toegestane leidinglengte" op pagina
Wanneer de standaardleidingmaat niet wordt
gebruikt, kan dit leiden tot een kleinere capaciteit.
De installateur moet hiervan op de hoogte zijn en
hiermee rekening houden voor de volledige
installatie.
Keuze van de aftakkingsleiding
Tweeweg
KHRQ22M20TA
Drieweg
KHRQ250H
Dubbel tweeweg
KHRQ22M20TA (3x)
afbeelding 4
voor dubbele tweewegsystemen.
Maat koelmiddelleiding
Gasleiding
Verkleind
Standaardmaat
Ø12,7
Ø15,9
—
Vloeistofleiding
Verkleind
Standaardmaat
Ø6,4
Ø9,5
Ø9,5
Ø15,9
4
en 5.
leidingen
worden
is
alleen
toegelaten
RZQ71~125B9V3B + RZQ100~140B8W1B
Split-systeem airconditioners
voor drieweg-
(a)
Vergroot
—
Ø19,1
Vergroot
Ø12,7
gebruikt
zoals
voor
paar-
6.
4PW23691-1A