4
Selecteer het te installeren apparaat.
U kunt ook Hostnaam als poortnaam gebruiken kiezen en de
hostnaam van de standaard TCP/IP-poort instellen. (een USB-
verbinding kan niet worden gebruikt.)
Opmerking Het apparaat kan niet worden gedetecteerd,
tenzij het is ingeschakeld. Als de computer er niet in slaagt
om het apparaat te detecteren, controleer dan of het is
aangesloten op de computer via een netwerk of USB-kabel
en dat deze is ingeschakeld en klik op
5
Selecteer het te installeren pakket.
Pakketten omvatten de volgende software:
• Stuurprogrammapakket
KX DRIVER, Status Monitor, Fonts
6
Klik op Installeren.
7
Voltooi de installatie.
Wanneer Uw software is gebruiksklaar verschijnt, kunt u de
software gebruiken. Om een testpagina af te drukken, vink het
selectievakje Een testpagina afdrukken aan en selecteer het
apparaat.
Klik op Voltooien om de wizard af te sluiten.
Opmerking Wanneer u Apparaatinstellingen in Windows
XP hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster voor het
instellen van het apparaat weergegeven na op Voltooien te
hebben geklikt. Configureer de instellingen voor de opties die
op het apparaat zijn geïnstalleerd. Apparaatinstellingen
kunnen worden geconfigureerd nadat de installatie is voltooid.
Zie voor meer informatie de apparaatinstellingen in de Printer
Driver User Guide op de dvd-rom.
Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart u de computer
door de aanwijzingen op het scherm op te volgen. Hiermee is de
installatieprocedure van de printerdriver voltooid.
2-14
Afdrukken
(Vernieuwen).