Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Activering Van De Radio-Interface; Latere Activering Van De Radio-Encryptie; Drie Extra Pulsingangen (Optioneel; Alleen In Combinatie Met M-Bus Of Radio) - Xylem PolluStat DE-16-MI004-PTB025 Bedienings- En Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

1.3.3 Activering van de radio‐interface 
De radio‐interface is niet geactiveerd af‐fabriek. Deze kan als volgt worden 
geactiveerd:  
a) De radiofunctie kan worden geactiveerd door op de drukknop te drukken.  
Druk de drukknop in totdat u naar de display loop "6" (module loop) gaat. Verander dan met een korte toetsaanslag naar het 
2e item "rad(io) off" (zie afbeelding).  
Om de bewerkingsmodus te starten moet u nadien de drukknop  
nog een keer voor 2‐3 seconden ingedrukt houden. Als hulp verschijnt na 2 seconden het 
symbool van de "editing pen" linksonder in het LCD‐scherm. Zodra deze verschijnt moet 
knop  
loslaten. Nu toont het display "rad(io) on" en in alle display loops een zwarte driehoek 
afbeelding).  
  
b) De radiofunctie kan ook worden geactiveerd met een geschikte 
configuratiesoftware. Deze software kan afzonderlijk als optie worden besteld.  
  
De radiofunctie kan alleen worden gedeactiveerd met de geschikte configuratiesoftware.  
 
Na activering van de radiofunctie of wijziging van de radioparameters blijft de meter gedurende 60 minuten in de 
installatiemodus. Gedurende deze tijd verstuurt de meter telegrammen in een 36‐seconden‐interval.  
  
Bij gebruik van de compacte modus zendt de meter na activering in de installatiemodus afwisselend formaattelegrammen en 
compacte telegrammen.  
Tijdens de installatiemodus moet ten minste één meter van de geïnstalleerde versie (aanvoer‐ of retourdebiet, warmte of 
warmte/koude, pulsingangen, display‐eenheden) worden uitgelezen met een uitleessoftware. Het formaat van het telegram 
wordt lokaal in de PC opgeslagen in een .xml‐bestand.  
Na voltooiing van de installatiemodus worden alleen nog compacte telegrammen verzonden.  
  
1.3.4 Latere activering van de radio‐encryptie  
De AES‐encryptie kan ook later worden geactiveerd. De encryptie kan als volgt 
worden geactiveerd: a) De encryptie kan worden geactiveerd door op de 
drukknop te drukken.  
Druk de drukknop in totdat u naar de display loop "6" (module loop) gaat. Verander dan met een korte toetsaanslag naar het 
3e item "AES off" (zie afbeelding).  
Om de bewerkingsmodus te starten moet u nadien de drukknop nog eens 2‐3 seconden 
indrukken. Als hulp verschijnt na 2 seconden het symbool van de "editing pen" 
linksonder in het LCD‐scherm. Zodra deze verschijnt, moet de knop worden losgelaten. 
Op het scherm verschijnt nu "AES on" (zie afbeelding).  
  
b) De encryptie kan ook worden geactiveerd met een geschikte configuratiesoftware. 
Deze software kan afzonderlijk als optie worden besteld.  
De encryptie kan alleen worden uitgeschakeld met behulp van de configuratiesoftware.  
  
1.4 Drie extra pulsingangen (optioneel; alleen in combinatie met M‐Bus of radio)  
Met deze optie kunnen extra instrumenten met pulsuitgangen worden uitgelezen via optische interface, M‐Bus of radio.  
Algemene informatie over pulsingangen:  
Het is belangrijk op te merken dat de laatste stand van de techniek en de relevante wettelijke beperkingen (internationaal 
en lokaal; zie "Relevante normen / standaarden / Literatuur Pulse Inputs") in acht genomen moeten worden.  
De installatie moet worden uitgevoerd door bevoegde, vakbekwame personen.  
Indien de voorschriften en de informatie in de montage‐ en gebruikshandleiding niet strikt worden opgevolgd, of indien de 
installatie ondeugdelijk blijkt te zijn, zullen de daaruit voortvloeiende kosten in rekening worden gebracht aan het bedrijf dat 
verantwoordelijk is voor de installatie.  
  
1.4.1 Relevante normen / standaarden / literatuur pulsingangen  
IEC 60364‐4‐41 (2018‐02)  
IEC 60364‐4‐44 (2018‐01)  
IEC 60364‐5‐51 (2005‐04)  
Pagina 15 van 24 Artikel nr.: 1080619046 2020_07_27 Onderhevig aan technische wijziging! Fouten uitgezonderd.  
 
 
Elektrische laagspanningsinstallaties ‐ Deel 4‐41: Bescherming voor de veiligheid ‐ 
Bescherming tegen elektrische schok  
Elektrische laagspanningsinstallaties ‐ Deel 4‐44: Bescherming voor de veiligheid ‐ 
Bescherming tegen spanningsstoringen en elektromagnetische storingen  
Elektrische installaties van gebouwen ‐ Deel 5‐51: Selectie en installatie van elektrisch 
materiaal ‐ Gemeenschappelijke regels  
je de 
(zie 

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave