5. LUCHTTECHNISCHE INSTELLING • CONTROLE
5.1. LUCHTTECHNISCHE INSTELLING
•
•
•
•
•
5.2. CONTROLE
bewakingseenheid
•
Opzichte van
de instellwaarde X
Bereiken van de
instellwaarde X
OPGELET
Gelieve de fabrieksinstelling van de hoeveelheid toevoerlucht, aanbevolen hoeveelheden afvoerlucht en
drukverlieswaarden: Tabel technische gegevens!
Als er een andere instellinggekozen wordt, kloppen de genoemde waarden niet!
Een e ciënte en veilige retentie van de schadelijke sto en in de werkplaats voor gevaarlijke sto en gebeurt
door een optimale combinatie van luchttoevoer en luchtafvoer.
het retentievermogen van de werkplaats voor gevaarlijke sto en hangt af van de bereikte luchtsnelheden van
de luchttoevoerstroom van het toestel
een verhoging van de hoeveelheid toevoerlucht is echter enkel mogelijk in samenspel met een verhoging van
de hoeveelheid afvoerlucht, aangezien er anders eventueel schadelijke sto en uit de werkplaats voor gevaarlij-
ke sto en geduwd kunnen worden.
Het toestel is in de fabriek optimaal afgesteld. Als het nodig is de luchtcondities aan te passen
aan uw situatie ter plaatse, neem dan contact op met uw vakhandelaar of asecos bv (voor con-
tactgegevens zie punt 6).
Neem voor een optimale ventilatie-instelling contact op met uw vakhandelaar of asecos bv (voor contactgege-
vens zie punt 6).
a
b
c
d
drukmeting in het af- en toevoerkanaal door geïntegreerde drukomzetters met een invoerbare instelwaarde X
(ingestelde [minimale] luchthoeveelheden)
X=90%
1
X=100%
1
STROOMUITVAL:
werking van de luchttechnische monitoreenheid ook bij stroomuitval door middel van een ingebouwde
accu.
a stroomaansluiting OK
b Ventilatie OK
c Ventilatie STORING
d RESET-druktoets
2
3
NL
3
9