nl Verskoelruimte
Verskoelruimte
12 Verskoelruimte
In de verskoelruimte kunt u verse le-
Verskoelruimte
vensmiddelen tot drie keer langer
vers houden dan in het koelvak.
De temperatuur kan via voorgedefini-
eerde bewaarinstellingen worden in-
gesteld van−2 °C (29 °F) tot 4°C
(40°F).
Door het vershouden blijft de kwaliteit
van de opgeslagen levensmiddelen
beter behouden. De lage temperatuur
en de optimale luchtvochtigheid ma-
ken ideale omstandigheden mogelijk
voor het bewaren van verse levens-
middelen.
12.1 Bewaaradvies voor de
verskoelruimte
Bewaar-
Product
instelling
Vlees, vis en zeevruch-
ten
Fruit, worst, gemengde
levensmiddelen met fruit
en groente
Groente
Dranken
Melk, kaas en boter
Tip: Fruit, groente, dranken en melk-
producten kunnen onder 0ºC (32ºF)
bevriezen.
Gebruik alleen voor vlees en vis de
bewaarinstelling
28
12.2 Bewaartijden in de vers-
koelruimte bij 0°C
(32°F)
De bewaartijden zijn afhankelijk van
de uitgangskwaliteit van uw levens-
middelen.
Product
Verse vis, zeevruchten
Gevogelte, vlees (ge-
kookt/gebraden)
Rundvlees, varkens-
vlees, lamsvlees, worst-
waren (broodbeleg)
Gerookte vis, broccoli
Sla, venkel, abrikozen,
pruimen
Zachte kaas, yoghurt,
kwark, karnemelk,
bloemkool
Vriesvak
13 Vriesvak
In het vriesvak kunt u diepvrieswaren
Vriesvak
bewaren, levensmiddelen bevriezen
en ijsblokjes maken.
De temperatuur is van −16°C (3°F)
tot −24°C (−11°F) instelbaar.
Langdurig bewaren van levensmidde-
len moet op een temperatuur van –
18 °C (0 °F) of lager gebeuren.
Door het invriezen kunt u bederfelijke
levensmiddelen gedurende lange tijd
bewaren. De lage temperaturen ver-
tragen of stoppen het bederven.
Bewaar-
tijd
tot 3 da-
gen
tot 5 da-
gen
tot 7 da-
gen
tot 14 da-
gen
tot 21 da-
gen
tot 30 da-
gen