GEVAAR!
Zet de motor uit. Zorg dat de machine niet ongewild kan starten.
Draag stevige schoenen. Het stuur moet goed vastzitten.
1) Hef de machine op.
3) Maak de riem aan de achterkant vast.
5) Maak de riem aan de voorkant vast. Gebruik in ieder
geval de twee bevestigingspunten.
24
11• TRANSPORT
2) Tijdens vervoer met een voertuig: zet het apparaat
vast met riemen. De voor- en achterassen dienen als
bevestigingspunten.
4) De voor- en achterassen dienen als bevestigings-
punten. Maak de riem aan de voorkant vast.
6) Het stuur is volledig naar voren geklapt.