8
DISPLAY EN BEDIENINGSTOETSEN
Wijze van moduleren
Modelnaam
Mode toets
en nummer
Bedrijfsspanning
LC-
display
Met de invoertoetsen kan de zender geprogrammeerd worden en
verschillende instellingen opgeroepen worden.
''Mode-toets"
Met de modetoetsen kan de programmeermode en de interne
menukeuze gekozen worden. Om in de programmeermode te
komen moeten de beide modetoetsen gelijktijdig en gedurende
twee seconden ingedrukt worden. Om in de verschillende menu
's heen en weer te bladeren moet de "op"of "neer "toets gebruikt
worden. Om de programmeermode weer te verlaten, moeten de
beide "MODE "toetsen twee seconden gelijktijdig ingedrukt wor-
den.
"DATA " +/- toets:
Om bij verschillende instellingen nieuwe parameters ( b.v. %
waarde veranderen) in te stellen, kunnen de data-toetsen gebruikt
worden. Deze zijn ingedeeld in "+ "en "- " Bij het bedienen van de
"+ "toets wordt de waarde met één verhoogd en met de " – "toets
met één verminderd. Als de toetsen ingedrukt gehouden worden,
wordt de waarde snel vermeerderd of verminderd (autorepeat) .
Bij enkele toepassingen kan dit heel zinvol zijn.
"CURSOR " toets:
Met de "CURSOR " toetsen kan een submenu resp. verschillende
functies ingesteld worden.
FC-16 Boat `n Truck
Data toets
Cursor toets
9
9
LERAAR-LEERLING BEDRIJF
Om het besturen van modellen te leren is er de mogelijkheid
van een leraar-leerling systeem. Dat betekent dat de leraar ge-
durende kritieke momenten het model bestuurt en daarna weer
aan de leerling overgeeft, als het model zich weer in een veilige
positie bevindt.
Zodra zich een kritische situatie voordoet, geeft de leerling de
besturing van het model aan de leraar over. Met deze methode
kan het sturen eenvoudig en stapsgewijs geleerd worden, zonder
bevreesd te zijn voor schade aan of verlies van het model.
De zender is standaard niet voorzien van een leraar-leerling aan-
sluiting., hiervoor moet op de printplaat een trainermodule 4 best.
nr. F1574 aangesloten worden. De juiste positie van de aanslui-
ting wordt op pagina 16 weergegeven.
Aanwijzing:
Om een veilige overdracht van de leraar- naar de leerling-
zender te waarborgen, moeten de oranje en gele kabel van
de trainermodule verwisseld worden, omdat er anders een
storing op kan treden.
9.1
DSC-GEBRUIK
Op de aansluiting van de trainermodule kan een DSC-kabel (Di-
rect Servo Control) aangesloten worden, om zonder HF uitstraling
direct de ontvanger en de servo 's te controleren. Hiervoor zijn de
robbe-Futaba DSC-kabel, best. nr. F1422 en de trainermodule 4,
best nr. F1574 nodig. De trainermodule 4 wordt op de printplaat
aangesloten. (zie pag. 16).
Het DSC-systeem kan alleen toegepast worden bij ontvangers
met een DSC aansluiting, zoals b.v. de ontvanger R-118 F
Aanwijzing: Om hoogfrequentstraling te voorkomen, dient het
zendkristal verwijderd te worden.
bestelnr.
40 MHz
nr. F4044