SNIJDEN
Nylon snoer snijdt gras netjes af en spaart de schors van
boomstammen.
Pas evenwel op met jonge planten.
Gebruik op harde voorwerpen heeft voortijdige slijtage ten
gevolge.
Bij het snijden van grasranden kunt u de trimmerkop het beste
schuin houden.
Voor het maaien van grote gedeelten waar u met de
grasmaaimachine niet bij kunt, moet u de trimmer horizontaal heen
en weer bewegen.
Voor het maaien van grote gedeelten waar u met de
grasmaaimachine niet bij kunt, moet u de trimmer horizontaal heen
en weer bewegen.
MET VAST SNIJGEREEDSCHAP
(3- EN 4-BLADSMES)
VOORZICHTIG:
• Gebruik geen vaste snijgereedschappen (3- of 4-bladsmes) met een
diameter groter dan 255 mm.
SNIJDEN
Het vast snijgereedschap is in het bijzonder geschikt voor het
maaien van dicht en verward onkruid, (doorn)struiken en wild
struikgewas met een tak- of stamdikte tot 2 cm.
Struikgewas maait u van boven naar beneden met de machine
horizontaal.
Het gebruik van grassnijgereedschap op hard hout en/of
planten met een grote tak- of stamdikte is gevaarlijk. Dit kan
terugslaan van de machine veroorzaken, wat soms moeilijk
onder controle kan worden gebracht, waardoor risico op
persoonlijk letsel of beschadiging van de machine ontstaat.
HET GEBRUIK VAN EEN
CIRKELZAAGBLAD
Een cirkelzaagblad mag uitsluitend worden gebruikt met
UMK435E van het type UEET.
VOORZICHTIG:
• Gebruik uitsluitend zaagbladen met een diameter tot 200 mm.
Cirkelzaagbladen zijn geschikt voor het maaien van struikgewas en
dunne stammen tot 6 cm dikte.
GEBRUIK
Zet een cirkelzaagblad nooit
aan met de achterste sectie [1]:
vanwege de draairichting zal
dit terugslaan van de machine
3
veroorzaken. De draairichting
1
van het snijgereedschap is bij
2
Honda-bosmaaiers altijd
linksom: snij daarom NOOIT
met de rechtersectie van het
zaagblad, maar gebruik altijd de linkersectie.
Deze sectie is in de tekening grijs gemarkeerd.
De beste resultaten worden behaald door de machine met een
snelle zwaai naar de tak of stam te bewegen. (Bij geleidelijk inzetten
wordt de motor te zwaar belast waardoor het toerental daalt en het
blad in de stam beklemd kan raken).
Kijk bij hoge struiken waar ze neer zullen komen en of dit
C13
gevaar kan opleveren. Een vallende boom of struik kan
gevaarlijk zijn. Let erop dat het zaagblad niet in de stam vastzit
D2 D3
VEILIGHEID
wanneer de boom of struik begint te vallen. Zaag altijd aan de
kant waar de boom of struik niet op u valt.
ONDERHOUD
NIEUW SNOER MONTEREN
3
1. Druk op de twee lipjes [2]
aan weerszijden van de kop
1
om deze te openen.
2
2. Neem de spoel uit de
trimmerkop en verwijder het
resterende snoer.
3. Neem 3 meter snoer met een
diameter van 2,7 mm en
vouw het dubbel.
4. Schuif het midden van de
snoer in de klem [5] van de
spoel en spoel het snoer op
in de aangegeven richting.
5. Klem de twee einden in de
tegenover elkaar
aangebrachte klemmen [3]
(laat aan elke kant 10 cm
snoer uitsteken).
6. Druk de spoel in de trimmerkop
en steek de uitstekende stukken
snoer door de openingen in
de zijkant [4].
7. Breng de kap aan.
VOORZICHTIG:
• Gebruik alleen de voorgeschreven snoerdiameters (zie Technische gegevens).
• Te dik snoer heeft overbelasting van de motor en slecht afsnijden van
het gras ten gevolge.
Gebruik altijd Nylon, nooit ander materiaal (ijzerdraad o.i.d.).
Om ernstig persoonlijk letsel te voorkomen maakt u de
bougiekap los zodat per ongeluk starten is uitgesloten.
Draag dikke werkhandschoenen om uw handen te beschermen
tijdens het vervangen van het flexibel snijgereedschap.
C13
D2 D3
VEILIGHEID
B8 C11
VEILIGHEID
[2]
[3]
[5]
[1]
[4]
9 NL