Inhoudsopgave
Advertenties
Diverse opmerkingen
Item
Werkpunt in Ampère,
Trim in Volt
Een ongeldige opdracht
versturen
Het huidige gebruikte
opdrachtnummer
bijwerken.
Lasmodus met gas
GTAW-processen
gebruiken (TIG)
Snelheid feedback
instellingen
Controle op Wire Stick
inschakelen
Afbrandvertraging bij fout
inschakelen
Profiel Productiebewaking
Modus Opdracht met
invoer van parameters
Nederlands
Omschrijving
Deze instellingen moeten worden ingesteld op de gewenste waarden in de lasregeling
voordat er opdrachten worden ingesteld. Wanneer er een opdracht is ingesteld,
kunnen deze waarden niet worden gewijzigd, omdat de opdracht dan als ongeldig
wordt beschouwd. Als deze waarden worden gewijzigd, dan moet het lasapparaat
worden gereset om met de LGA-interface te lassen.
Als er een ongeldige opdracht naar de kaart wordt gestuurd, wordt deze geaccepteerd
en opgeslagen, maar er kan niet mee worden gelast. Een ongeldige opdracht is een
opdracht met een niet-bestaande lasmodus of een Werkpunt of Trim met verkeerde
eenheden.
Als er een bijgewerkte opdracht naar de kaart wordt gedownload, worden eventuele
nieuwe instellingen niet gebruikt als die opdracht momenteel wordt uitgevoerd en
gelast. Als het systeem in de ruststand gaat, wordt de opdracht bijgewerkt.
Als er gas voor de lasmodus is vereist, wordt de gastoevoer ingeschakeld als
Gasvoorstroom of Ontsteken eerst wordt ingeschakeld. De gebruiker hoeft de bit
Gasvoorstroom niet in te schakelen op de I/O.
Als er een GTAW-proces is geselecteerd en er wordt een Tig Gas-object in het
systeem waargenomen, dan wordt deze Gas-solenoïde ingeschakeld wanneer de
Sequencer de gastoevoer inschakelt of als de bit I/O Gasvoorstroom wordt
ingeschakeld. Wanneer er een niet-GTAW-proces wordt gebruikt, wordt de
gassolenoïde die op de Draadaanvoerunit wordt gevonden ingeschakeld. Als een
gassolenoïde is ingeschakeld en er een nieuwe opdracht wordt geselecteerd
waardoor het type proces wordt gewijzigd, dan blijft de eerder ingeschakelde
gassolenoïde ingeschakeld. Wanneer deze solenoïde wordt uitgeschakeld, wordt het
juiste type solenoïde op verzoek ingeschakeld.
Dit wordt gebruikt om de snelheid van feedback in de Lasregelaar voor de Stroomsterkte
en Spanning en de snelheid van feedback voor WFS in de Draadaanvoerunit in te stellen.
Dit werkt pas na een reset. Als deze waarde hoger is dan de huidige instelling, dan wordt
er geen update uitgevoerd.
Wanneer deze instelling wordt gewijzigd, moet het systeem worden gereset, anders
wordt deze instelling niet gebruikt.
Wanneer Afbrandvertraging bij fout inschakelen Niet waar is en er doet zich een fout
voor bij het lassen, dan moet de sequencer alles uitschakelen en meteen naar de
Ruststand gaan. Als Afbrandvertraging bij fout inschakelen Waar is en er doet zich bij
het lassen een fout voor, dan gaat de sequencer naar de status Afbrandvertraging als
er een starttijd voor Afbrandvertraging is ingesteld. Als de fout in de Lasregelaar zit,
dan wordt nog altijd de status Afbrandvertraging ingeschakeld, maar wordt de
lasuitvoer uitgeschakeld zodat er geen afbrandvertraging wordt uitgevoerd.
De LGA-interface kan zo worden ingesteld dat er een Profielnummer voor
Productiebewaking wordt geselecteerd als er een opdracht wordt geselecteerd.
Geldige profielnummers lopen van 1 tot en met 200. Als er een ongeldig
profielnummer in de instellingen voor de opdracht wordt ingesteld, dan schrijft de
LGA-interface geen profielnummer uit en blijft Productiebewaking ingesteld met het
laatste geldige profielnummer.
De bit I/O-regeling die de interface in deze modus zet, moet worden ingesteld op
Waar voordat de lasstatus actief wordt. Als dat niet gebeurt, gebruikt het lasapparaat
de waarden die zijn ingesteld voor de opdrachtinstellingen als de lasstatus voor het
eerst wordt gebruikt.
Als de invoer in de lasstatus wordt ingesteld op Niet waar, dan blijft het lasapparaat
de laatst ingevoerde waarden gebruiken die via de I/O-interface zijn verstuurd.
15
Nederlands
Advertenties
Inhoudsopgave
