LET OP: het toevoegen van vingerafdrukken en/of RFID kaarten betekent wel dat u de gebruikergegevens moet
synchroniseren. Omdat de vingerafdruk of RFID kaart toegevoegd is op de terminal dient u derhalve in de richting
"TA>PC" te synchroniseren. Voor meer informatie zie de instructies voor het synchriniseren in deze handleiding.
9. INKLOKKEN/UITKLOKKEN
Dit hoofdstuk beschrijft het standaard klokscenario.
Voor meer geavanceerde scenario's (zoals klokken
met werkcodes) verwijzen wij u naar de volledige
handleiding die u kunt downloaden op
www.safescan.com.
Het scherm van de terminal geeft altijd de klokstatus
van het systeem weer. CHECK (IN)
(OUT)
wordt weergegeven op het scherm
van de terminal en het bijbehorende symbool
of
wordt weergegeven in de linker of rechter
bovenhoek van het scherm.
Het apparaat heeft twee standaard statussen:
of
. Als een werknemer naar binnen komt,
moet hij/zij er alleen voor zorgen dat de machine is
ingesteld op
en zichzelf identificeren. Als de
werknemer naar buiten gaat, moet hij/zij controleren
of de machine is ingesteld op
identificeren.
Met behulp van vingerafdrukidentificatie: selecteer
of
en druk op de vinger op de
vingerafdruklezer.
Met behulp van RFID-identificatie: selecteer
of
en veeg de badge/sleutelhanger op de de
voorkant van de terminallezer.
Met behulp van wachtwoordidentificatie: selecteer
of
typ de gebruiker-ID, druk
het wachtwoord, en druk op
of CHECK
en zichzelf
, typ
.
www.safescan.com
NEDERLANDS
37