3. Om de afzuigkap uit te schakelen,
drukt u herhaaldelijk op
indicatielampjes boven het symbool
verdwijnen.
AUTO
De functie past de ventilatorsnelheid
automatisch aan op basis van het
geselecteerde warmteniveau van de
kookplaat.
Als je de kookplaat voor de eerste keer
gebruikt, wordt de functie standaard
geactiveerd.
Je kunt de functie inschakelen terwijl de
kookplaat is ingeschakeld en geen van
de kookzones actief is, of op elk moment
tijdens de kooksessie.
Als je de functie activeert
terwijl de kookplaat is
uitgeschakeld, geen van de
kookzones werkt en er geen
restwarmte zichtbaar is op
het bedieningspaneel, wordt
de functie na enkele
seconden vanzelf
uitgeschakeld.
1. Houd
ingedrukt om de kookplaat
in te schakelen.
Automatische modi - ventilatorsnelheden
Af‐
Restwarmteniveau (kookplaat
zuig‐
is uit)
kap‐
mo‐
dus
0
H1
-
-
H2
-
-
H3
-
-
H4
-
-
Als je de kookplaat
uitschakelt terwijl AUTO
deze draait, wordt de functie
onthouden voor de volgende
kooksessie.
totdat de
Restwarmteniveau
(kookplaat is aan)
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
2. Druk op AUTO om de functie te
activeren.
Er klinkt een signaal en er verschijnen
indicatoren boven het symbool.
3. Plaats kookgerei op de kookplaat en
selecteer een warmteniveau.
Verhoog of verlaag indien nodig het
warmteniveau.
De afzuigkap reageert op het
warmteniveau, waardoor de
ventilatorsnelheid dienovereenkomstig
wordt verhoogd of verlaagd. De
indicatielampjes boven het symbool van
de afzuigkap verschijnen.
4. Druk op 0 op de regelbalk van de
kookplaat om een kookzone uit te
schakelen of op
uit te schakelen.
Als de restwarmte-indicator verschijnt,
blijft AUTO de ventilatorsnelheid
aanpassen.
5. Druk op AUTO om de functie tijdens
het koken uit te schakelen en over te
schakelen op handmatige bediening.
Er klinkt een signaal en het
indicatielampje boven het symbool
verdwijnt.
-
-
-
1
1
1
1
2
Boost
De functie schakelt de ventilator van de
afzuigkap op maximale snelheid in.
NEDERLANDS
17
om de kookplaat
Koken
Rooste‐
ren
-
1
1
1
1
2
2
3