Volg de ondergrondse geleider terwijl u de C.A.T4 verticaal houdt en
beweeg deze gelijkmatig heen en weer. Volg de lijn van de ondergrondse
geleider, en markeer als nodig over het op te graven gebied.
Een gebied scannen alvorens graafwerkzaamheden uit te
voeren
Het wordt aangeraden eerst te scannen in de Avoidance stand,
gevolgd door gedetailleerde scans in de andere standen. Gebruik
de Genny stand voor dieptemeting zodra een leiding of kabel wordt
gedetecteerd (alleen C.A.T4+, eC.A.T4+ en gC.A.T4+).
Zet de Functieschakelaar in
(Avoidance stand) om het gebied te
onderzoeken (=vegen) voor kabels of leidingen die Genny, stroom- of
radiosignalen afgeven. Zet de gevoeligheidsschakelaar op maximaal
voordat u begint. Als de meteruitslag van het signaal op maximum blijft
staan, verlaagt u de gevoeligheidsschakelaar zodat de meteruitslag
onder de helft aanduidt voordat u begint.
Onderzoek het af te graven gebied in een gelijkmatige en vlotte
beweging. Traceer het geleidertraject door voorwaarts te lopen, daarbij
de C.A.T4 rechtop te houden en rustig heen en weer te bewegen.
Loop vervolgens over de lengte van het af te graven terrein, beweeg
over de breedte in parallelle bewegingen van circa 0,5 meter uit elkaar.
Bij het gebruik van een Genny in inductiestand, dient u de Genny
zodanig te positioneren dat de pijlen op de C.A.T4 evenwijdig lopen
met de pijlen van de Genny4 (zie afbeelding).
Spoor dan zigzaggend over de breedte de hele lengte van het terrein
af. Wanneer de Genny in de inductiemodus gebruikt wordt, moet het
apparaat in de getoonde positie worden geplaatst.
Als u een kabel of leiding gevonden heeft, dient u eerst de richting
van de kabel of leiding te bepalen, traceer dit vervolgens over het af te
graven terrein, markeer indien nodig. Ga dan verder met het afsporen
van het terrein.
58
0,5 meter
Ten minste
10 meter
Actief opsporen met inductie - parallelle leidingen en
kabels zoeken
Leg de Genny4 op de zijde, het gebied wordt nu "overstelpt" met
Genny signalen. Houd er rekening mee dat het signaal niet direct
naar onder zendt. Verplaats daarom de Genny4 minstens één meter
verder en voer dezelfde onderzoeksmethode uit. Of gebruik de 2-man-
methode zoals hieronder geïllustreerd, om het terrein op ondergrondse
geleiders te onderzoeken.
0,5 meter
Ten minste 10 meter
59