7.4.3
Remvoeringen op slijtage
controleren
Controleer de remvoeringen na 1000 keer vol
remmen.
1 Controleer dat de remvoeringen nergens
dunner zijn dan 1,8 mm resp. dat remvoering
en dragerplaat samen nergens dunner zijn dan
2,5 mm.
2 Trek aan de remhendel en houd deze vast.
Controleer daarbij dat de slijtagekaliber van de
transportbeveiliging tussen de dragerplaten
van de remvoeringen past.
De remvoeringen hebben de slijtagegrens niet
bereikt. Neem bij slijtage contact op met uw
dealer.
7.4.4
Drukpunt controleren
Trek meerdere keren aan de remhendel en
houd deze vast.
Wanneer het drukpunt niet duidelijk voelbaar is
en verandert, moet de rem worden ontlucht.
Neem contact op met uw dealer.
7.4.5
Remschijven op slijtage controleren
Controleer dat de remschijf nergens dunner is
dan 1,8 mm.
De remschijven hebben de slijtagegrens niet
bereikt. Anders moet de remschijf worden
vervangen. Neem contact op met uw dealer.
7.4.6
Elektrische bekabeling en
remkabels
Controleer alle zichtbare elektrische leidingen
en bowdenkabels op beschadigingen.
Wanneer bv. mantels zijn opgestuikt, een rem
defect is of een lamp niet werkt, moet de
pedelec buiten gebruik worden gesteld tot de
leidingen resp. bowdenkabels zijn
gerepareerd. Neem contact op met uw dealer.
7.4.7
Versnelling
Controleer de afstelling van de versnelling en
de schakelhendel resp. de draaibare
handvatschakelaar van de versnelling en
corrigeer deze zo nodig.
MY20H08-6_1.0_30.08.2019
7.4.8
Voorbouw
De voorbouw en het snelspansysteem moeten
periodiek worden gecontroleerd en zo nodig
door de dealer worden afgesteld.
Wanneer daarvoor de inbusschroef wordt
losgedraaid, moet dan ook de lagerspeling
worden afgesteld. Daarna moeten de
losgedraaide schroeven worden voorzien van
een matig schroefborgmiddel (bv. Loctite
blauw) en conform de eisen worden
vastgedraaid.
Neem contact op met uw dealer bij slijtage en
tekenen van corrosie.
7.4.9
USB-aansluiting
Aanwijzing
Via de USB-aansluiting binnendringend vocht kan
in het display kortsluiting veroorzaken.
Controleer regelmatig dat de afdekking van de
USB-aansluiting correct is aangebracht en
corrigeer dat zo nodig.
7.4.10 Riem- en kettingspanning
controleren
Aanwijzing
Een te hoge kettingspanning zorgt voor
verhoogde slijtage.
Een te geringe kettingspanning kan ertoe leiden
dat de ketting resp. de aandrijfriem van de
kettingwielen afloopt.
Controleer de kettingspanning maandelijks.
1 Controleer de kettingspanning over een
complete slag van het crankstel op drie tot vier
plaatsen.
2 cm
Afbeelding 82: Kettingspanning controleren
Reinigen en onderhouden
82