6.12.9.3 Helderheid wijzigen
De achtergrondverlichting heeft een normale
stand en een nachtstand. De
achtergrondverlichting wordt gewijzigd afhankelijk
van of de verlichting is in- of uitgeschakeld. De
helderheid kan in vijf stappen worden ingesteld
tussen UIT (geen achtergrondverlichting) en
stand 4 (hoogste stand).
Bij het instellen van de helderheid voor de
normale stand mag de nachtstandweergave niet
worden weergegeven. Bij het instellen van de
helderheid voor de nachtstand moet de
nachtstandweergave worden weergegeven.
Wanneer u dezelfde helderheid instelt voor de
normale en de nachtstand, wijzigt de helderheid
niet wanneer de stand wordt omgeschakeld.
Druk gedurende drie seconden tegelijk op de
info-toets en de toets omlaag.
Druk herhaaldelijk op de toets omhoog of de
toets omlaag tot op het display BRIGHTNESS
en de tot dan toe ingestelde waarde worden
weergegeven.
Druk op de info-toets.
De tot dan toe ingesteld waarde begint te
knipperen.
Druk herhaaldelijk op de toets omhoog of de
toets omlaag tot de gewenste helderheid wordt
weergegeven.
Druk op de nachtstandtoets.
De helderheid is gewijzigd.
6.12.9.4 De meeteenheid voor de snelheid
wijzigen
De meeteenheid voor de snelheid kan worden
ingesteld op km/h of mph.
Druk gedurende drie seconden tegelijk op de
info-toets en de toets omlaag.
Druk herhaaldelijk op de toets omhoog of de
toets omlaag tot op het display UNIT en de tot
dan toe ingestelde waarde worden
weergegeven.
MY20H08-6_1.0_30.08.2019
Druk op de info-toets.
De tot dan toe ingesteld waarde begint te
knipperen.
Druk herhaaldelijk op de toets omhoog of de
toets omlaag tot de gewenste meeteenheid
wordt weergegeven.
Druk op de nachtstandtoets.
De helderheid is gewijzigd.
6.12.9.5 De wielmaat instellen
Druk gedurende drie seconden tegelijk op de
info-toets en de toets omlaag.
Druk herhaaldelijk op de toets omhoog toets of
de toets omlaag tot op het display WHEEL
wordt weergegeven
Druk op de info-toets.
De tot dan toe ingesteld waarde begint te
knipperen.
Druk herhaaldelijk op de toets omhoog of de
toets omlaag tot de gewenste maat wordt
weergegeven.
Druk op de nachtstandtoets.
De ingestelde wielmaat is gewijzigd.
6.12.9.6 De afgelegde afstand wijzigen
Druk gedurende drie seconden tegelijk op de
info-toets en de toets omlaag.
Druk herhaaldelijk op de toets omhoog of de
toets omlaag tot op het display ODO INPUT en
de tot dan toe ingestelde waarde worden
weergegeven.
Druk op de info-toets.
De tot dan toe ingesteld waarde begint te
knipperen.
Druk herhaaldelijk op de toets omhoog of de
toets omlaag tot de gewenste afgelegde
afstand wordt weergegeven.
Druk op de nachtstandtoets.
De afgelegde afstand is gewijzigd.
Gebruik
67