6.4.6.2 Trekdemper afstellen
De trekdemper bepaalt de snelheid waarmee de
achterbouwdemper na de belasting uitveert. De
trekdemperafstelling is afhankelijk van de
luchtdrukafstelling. Een hogere "sag"-afstelling
vereist een lagere trekdemperafstelling.
Afbeelding 60: Wiel (1) van de Suntour trekdemperafsteller
op de achterbouwdemper
Draai het wiel van de trekdemperafsteller in de
– richting om het uitveren te vergroten.
Draai het wiel van de trekdemperafsteller in de
+ richting om de inveerbeweging te
verminderen.
6.4.6.3 Drukdemper afstellen
Met de drukdemperafstelling wordt de
achterbouwdemper afgesteld op de aard van de
ondergrond. De drukdemperafstelling bepaalt de
snelheid waarmee de achterbouwdemper na een
belasting inveert.
Afbeelding 61: Suntour drukdemperafsteller op de
achterbouwdemper
Draai de drukdemperafsteller in de
– richting om het uitveren te vergroten.
Draai de drukdemperafsteller in de
+ richting om het uitveren te verminderen.
MY20H08-6_1.0_30.08.2019
6.4.7
Achterbouwdemper FOX afstellen
Geldt uitsluitend voor pedelecs met deze uitrusting
6.4.7.1 Negatieve veerweg afstellen
Wanneer de luchtdruk in de achterbouwdemper
te hoog of te laag is, kan deze onherstelbare
schade oplopen.
Overschrijd niet de maximale luchtdruk van
350 psi (24,1 bar). Ook de minimale luchtdruk van
50 psi (3,4 bar) moet worden aangehouden.
1
De negatieve veerweg hangt af van het
gewicht en de zitpositie van de berijder. De
aanbevolen-waarde ligt tussen 25% (hard) en
30% (zacht) van de totale veerweg van de
achterbouwdemper.
1 Draai de drukdemperafsteller naar de stand
OPEN.
2 Breng een hogedruk-demperpomp aan op het
luchtventiel.
3 Stel de luchtdruk in de achterbouwdemper af
op het gewicht van de berijder.
4 Druk de demper 10 keer langzaam in over 25%
van de veerweg tot de gewenste druk is
bereikt.
De luchtdruk in de positieve en negatieve
luchtkamers is nu gelijk. De drukweergave op
de hogedruk-demperpomp verandert.
5 Verwijder de hogedruk-demperpomp.
1
3
4
Afbeelding 62: FOX achterbouwdemper
6 Meet de afstand tussen de
luchtkamerafdichting (1) en het uiteinde van de
achterbouwdemper (3). Deze afstand is de
totale veerweg van de achterbouwdemper (5).
Aanwijzing
2
25-30%
1
5
Gebruik
53