Stap 2
Voor gebruikers van netwerkinterfacekabels
Voor Mac OS
Zorg dat u de instructies in stap 1 "De machine instellen" op pagina's 4 - 11
hebt voltooid.
1
Zet de machine uit en haal de stekker uit het
stopcontact. Als u de USB-interfacekabel al
op uw Macintosh
deze kabel loskoppelen.
2
Zet de Macintosh
3
Plaats de meegeleverde cd-rom in uw cd-
rom-station.
4
Dubbelklik op het pictogram Start Here om
de stuurprogramma's voor de printer en
scanner te installeren. Selecteer uw taal
wanneer u het talenscherm ziet.
5
Klik op MFL-Pro Suite om deze te
installeren.
28
Het stuurprogramma en de software installeren
®
8.6 tot 9.2
®
had aangesloten, moet u
®
aan.
6
Volg de instructies op het scherm en start
®
de Macintosh
opnieuw.
7
Sluit de netwerkinterfacekabel aan op de
machine en sluit hem daarna aan op een
vrije poort op uw hub.
Om de netwerkinterfacekabel aan te sluiten
op de machine:
1. Zet de afdekkap van de scanner in de
open stand.
2. Sluit de netwerkkabel aan op de LAN-
contactdoos, gemarkeerd met een
symbool. U vindt de LAN-contactdoos
boven, links van de sleuf voor de
tonercartridge, zoals hieronder
aangegeven.
3. Leid de netwerkkabel voorzichtig in de
goot zoals hieronder aangegeven, door
de goot te volgen om de machine heen
en naar de achterkant ervan.
Waarschuwing
Controleer of de kabel het sluiten van de afdekkap
niet beperkt, anders zou er een fout kunnen optreden.
Als u zowel USB- als LAN-kabels gebruikt,
moet u beide kabels op elkaar door de goot
leiden.