De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
2
uitgevoerd worden.
De veiligheidsuitgangen kunnen rechtstreeks opgenomen worden in het veiligheidscircuit van de besturing. Voor
toepassingen in PL e / categorie 4 volgens EN ISO 13849-1 moeten de veiligheidsuitgangen van de
veiligheidssensor of de sensorketting op een veiligheidsmodule van dezelfde categorie aangesloten worden.
De vereiste elektrische kabelbescherming moet in de installatie worden voorzien.
Bij het leggen van stuurstroombedrading is een afscherming niet noodzakelijk. De leidingen moeten echter
gescheiden worden van de toevoerleidingen en de energieleidingen. De maximale zekering van een sensorketen
voor de leidingsbeveiliging is afhankelijk van de doorsnede van de aansluitkabel van de sensor.
Vereisten voor de te gebruiken veiligheidsmodule:
Tweekanalige veiligheidsingang, geschikt voor p-schakelende sensoren met verbreekfunctie
Meer informatie voor het kiezen van geschikte veiligheidsmodules vindt u in de Schmersal catalogi of in de online
F
catalogus: products.schmersal.com.
Als alternatief voor een veiligheidsmodule kunnen ook de veiligheidssensoren van de serie CSS 34F0 of CSS 34F1
als eerste sensor van een serieschakeling gebruikt worden voor de directe aansturing en bewaking van externe
relais (cf. bedieningshandleiding CSS 34F0 / CSS 34F1).
Als de veiligheidssensor op relais of niet-veilige besturingscomponenten aangesloten wordt, is een nieuwe
risicoanalyse vereist.
De sensoren testen hun veiligheidsuitgangen door cyclische uitschakeling. De veiligheidsmodule hoeft niet
noodzakelijk met dwarssluitdetectie uitgerust te zijn. De uitschakeltijden moeten door de veiligheidsmodule
getolereerd worden. De uitschakeltijd van de veiligheidssensor is mede afhankelijk van de kabellengte en de
capaciteit van de gebruikte kabel. Typisch wordt een uitschakeltijd van 250 µs bereikt met een aansluitkabel van 30
m.
Configuratie veiligheidsbesturing
F
Bij aansluiting van de veiligheidssensor aan elektronische veiligheidsmodules raden wij aan, een tijdsvertraging van
minstens 100 ms in te stellen. De veiligheidsingangen van de veiligheidsmodule moeten een testimpuls van ca.1 ms
kunnen maskeren. De veiligheidsmodule moet niet met een dwarssluitdetectie uitgerust zijn; een eventueel aanwezige
dwarssluitdetectie moet uitgeschakeld worden.
5.2 Seriële diagnose -SD
Kabelconfiguratie
De bedradingscapaciteit van de kabel, die aan de veiligheidssensor aangesloten is, is beperkt tot 50 nF.
Normale onafgeschermde LIYY kabels met een lengte van 200 m en een doorsnede van 0,25 mm² tot 1,5 mm²
hebben, afhankelijk van de opbouw, een capaciteit van ongeveer 20 ... 50 nF.
Bij het bekabelen van SD componenten moet rekening worden gehouden met de spanningsval op de kabels en de
F
stroombelastbaarheid van de individuele componenten.
14-24