Configureren van de instellingen
(B) Druk op de TOUCH RESPONSE klaviertoets (D5) en
druk dan op een klaviertoets binnen het bereik [0]
(E4: UIT) t/m [3] (G4: Zwaar).
• Er klinkt een korte en dan een lange pieptoon
waarmee wordt aangegeven dat de bediening is
voltooid en dat de instelling voor het
aanslagvolume die overeenkomt met de toets die
u heeft ingedrukt nu geactiveerd is.
• Wanneer een klaviertoets buiten het bereik van de
insteltoetsen wordt ingedrukt, klinkt er een hoge
en dan een lage pieptoon waarmee wordt
aangegeven dat de instelling niet is veranderd.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
NL-12
Veranderen van de toonhoogte in
stappen van een halve toon
(Transponeren)
De transponeerfunctie laat u de algehele toonhoogte van de
Digitale Piano verhogen of verlagen in stappen van een halve
toon. U kunt deze functie gebruiken om de toon van het
toetsenbord te verhogen of verlagen en een stuk te spelen in
een toonaard die voor u meer geschikt is of om de toonaard
aan te passen aan de zanger enz.
U kunt de transponeerinstelling veranderen binnen het bereik
lopend van –12 halve tonen tot 0 tot +12 halve tonen.
C1
C2
C3
2
4
0
1
3
[0] (E4) t/m [9] (C{5) toetsen
[+] toets (E}4)
[–] toets (D4)
Veranderen van de transponeerinstelling in
stappen van een halve toon
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en druk dan op
de TRANSPOSE– klaviertoets (F5) om de
toonhoogte met een halve toon te verlagen of
op de TRANSPOSE+ klaviertoets (F{5) om de
toonhoogte met een halve toon te verhogen.
• Telkens wanneer u op de klaviertoets drukt, hoort u
een korte hoge toon. Er klinkt een lage toon wanneer
de transponeerinstelling door het indrukken van een
toets nul (0) wordt.
• Als bij de bediening van een toets de bovenste of
onderste grenswaarde zou worden overschreden,
klinkt er een hoge en dan een lage pieptoon om aan te
geven dat de instelling niet hoger of lager kan worden
gemaakt.
• U kunt de ingestelde waarde ook verhogen of verlagen
door op de [+] klaviertoets (E}4) of [–] klaviertoets (D4)
te drukken.
• Om terug te keren naar nul (0) houdt u de
TRANSPOSE– (F5) en TRANSPOSE+ (F{5)
klaviertoetsen tegelijk ingedrukt totdat er een lange
pieptoon klinkt.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
C4
C5
C6
C7
6
9
5
7
8
TRANSPOSE– toets (F5)
TRANSPOSE+ toets (F{5)
C8