Snelstartgids
4.0
Trim de transmitter
Opmerking
De transmitters worden door Emerson
verzochte specificatie of volgens de fabrieksinstelling van een volledige schaal
(meetbreedte = bovenste meetgrens).
4.1
Nulpuntstrim
Een nulpuntstrim is een afstelling op een enkel punt om voor effecten, met
betrekking tot de montagestand en de druk van een afgedichte meter, te
compenseren. Zorg dat, tijdens het uitvoeren van een nulpuntstrim, de
transmitter ontlucht wordt naar atmosfeer.
4.2
Gebruik van de veldcommunicator
Sneltoetsen
1. Ontlucht de transmitter naar atmosfeer en sluit de veldcommunicator aan.
2. Voer in het hoofdmenu de sneltoetsreeks in.
3. Volg de aanwijzingen voor het uitvoeren van een nulpuntstrim.
4.3
Gebruik van de doelwaarde voor nulpuntsafstelling
transmitter
1. Ontlucht de transmitter.
2. Stel het 4 mA-punt in door het magnetische uiteinde van het meegeleverde
afstelgereedschap in aanraking te brengen met de nul-doelwaarde (Z) op de
transmitter. Om de nulpuntsinstelling te activeren, moet u minimaal twee
seconden, maar niet langer dan 10 seconden contact maken.
3. Controleer of de uitgangsstroom 4 mA is.
Afbeelding 3. Locaties nulpunt en doel-meetbreedte
A. Magnetische doel-meetbreedte
B. Magnetisch nul-doel
6
™
1, 3, 3, 2
B
volledig geconfigureerd geleverd, volgens
A
Februari 2019