Maart 2019
1.0 Overwegingen met betrekking tot draadloze
apparatuur
1.1 Inschakelvolgorde
De Smart Wireless Gateway (gateway) moet geïnstalleerd zijn en goed werken
voordat de voedingsmodules in draadloze veldinstrumenten worden geïnstalleerd.
Bij het inschakelen van draadloze veldinstrumenten moet tevens een volgorde
worden aangehouden die wordt bepaald door de afstand tot de Smart Wireless
Gateway, te beginnen met het apparaat dat het dichtst in de buurt staat. Hierdoor
zal het opzetten van het netwerk sneller en eenvoudiger verlopen.
1.2 Stand van de antenne
Voor een goede communicatie met andere apparaten moet de antenne verticaal
staan en zich ten minste op een afstand van circa 1 m (3 ft.) van grote constructies
of gebouwen bevinden.
1.3 Montagehoogte
Voor een optimaal draadloos bereik moet de gateway of externe antenne
idealiter 4,6 tot 7,6 m (15 tot 25 ft.) boven de grond of 2 m (6 ft.) boven obstakels
of grote bouwwerken worden gemonteerd.
1.4 Gateway-redundantie
Als de draadloze gateway is besteld met redundantie (code RD voor
gateway-redundantie), raadpleeg dan bijlage D in de naslaghandleiding van de
Smart Wireless Gateway (publicatienummer 00809-0200-4420) voor
aanvullende installatie-instructies.
2.0 Algemene overwegingen
2.1 Pc-vereisten
Besturingssysteem (alleen optionele software)
Microsoft
Windows Server 2003 Service Pack 2
Windows Server 2003 R2 Service Pack 2
Windows Server 2008 (Standard Edition), Service Pack 2
Windows Server 2008 R2 Standard Edition, Service Pack 1
Windows 7 Professional, Service Pack 1
Windows 7 Enterprise, Service Pack 1
Toepassingen
Internet Explorer
Mozilla Firefox
.Net Framework 2.0 (alleen voor OPC-proxy)
Ruimte op vaste schijf
®
AMS
Wireless Configurator: 1,5 GB
Gateway-installatie-cd: 250 MB
®
™
Windows
XP Professional, Service Pack 3
®
6.0 of hoger
®
1.5 of hoger
Snelstartgids
3