Snelstartgids
Stap 2: Montagehardware lassen
NB
De door Rosemount geleverde montageflens heeft een in de montagehardware ingebouwde
integrale uitlijning als hulp bij het correct boren van de montagegaten. Tevens helpt deze
hardware bij de uitlijning van de sensor op het montagegat voor inbrenging.
1. Plaats de flensconstructie met een tussenruimte van 1,6 mm (
op de vooraf bepaalde plaats op de buis en meet de afstand tussen de
buitendiameter van de buis en het flensoppervlak. Vergelijk deze met
en pas de tussenruimte zo nodig aan.
Tabel 2. Flensmaten en flensbuitendiameter voor iedere sensormaat
Sensormaat
44
44
44
44
44
44
1.De tolerantie voor de afmeting van de buitendiameter van de flens boven een leidingdiameter van
254 mm (10 in) bedraagt ±1,5 mm (0,060 in). Onder 254 mm (10 in) bedraagt de tolerantie ±0,8 mm
(0,030 in).
2. Plaats vier puntlassen van 6 mm (
Controleer de uitlijning van de montageflens zowel evenwijdig aan als haaks
op de lijn van de stroomrichting (zie
montageflens binnen de toleranties valt, voltooit u de lasverbinding volgens
de ter plaatse geldende richtlijnen. Als hij buiten de voorgeschreven
toleranties valt, verricht u eerst de vereiste aanpassingen alvorens de
lasverbinding te voltooien.
3. Laat het montagemateriaal afkoelen voordat u verder gaat, om ernstige
brandwonden te vermijden.
Figuur 6. Uitlijning
A
A. Buitendiameter flens
B. Puntlassen
8
Flenstype
Drukklasse
1
A
3
6
1
R
3
6
B
Flensmaat/classificatie/type
3,0 in 150# RF
3,0 in 300# RF
3,0 in 600# RF
4,0 in 150# RTJ
4,0 in 300# RTJ
4,0 in 600# RTJ
1
/
inch) op 90° ten opzichte van elkaar.
4
Figuur
6). Als de uitlijning van de
Oktober 2014
1
/
inch)
16
Tabel 2
Buitendiameter
(1)
flens mm (in)
117 (4,63)
127 (5,00)
137 (5,38)
122 (4,82)
133 (5,25)
138 (5,44)