mindere kwaliteit dan de originele koppeling werd
gebruikt. Controleer eerst alle bij u bekende
lassen voordat u verdergaat met de
foutopsporing.
Een draadbreuk kan worden opgespoord door de
afstand van de lus waar de breuk kan zijn
opgetreden steeds te halveren, totdat er nog
maar een kort stuk draad over is.
De volgende methode werkt niet wanneer de
ECO-modus actief is. Zorg dat de ECO-modus
eerst wordt uitgeschakeld. Zie
pagina 26 .
1.
Controleer of het indicatielampje in het
laadstation blauw knippert, wat een breuk in
de begrenzingslus aangeeft. Zie
Indicatielampje in het laadstation op pagina
43 .
2.
Controleer of de aansluitingen van de
begrenzingsdraad naar het laadstation
correct zijn aangesloten en niet zijn
beschadigd. Controleer of het
indicatielampje in het laadstation nog steeds
blauw knippert.
GUIDE
R
3.
Verwissel de aansluitingen van de
begeleidingsdraad en de begrenzingsdraad
in het laadstation.
46 - Probleemoplossing
ECO-modus op
L
POWER
Begin door aansluiting L en GUIDE te
verwisselen.
Als het indicatielampje constant groen
brandt, bevindt de breuk zich ergens in de
begrenzingsdraad tussen L en het punt waar
de begeleidingsdraad is aangesloten op de
begrenzingsdraad (dikke zwarte lijn op de
afbeelding).
GUIDE
Guide
Om de storing te verhelpen hebt u
begrenzingsdraad, connectoren en
koppelingen nodig:
a) Als de vermoedelijk defecte
begrenzingsdraad kort is, dan kunt u het
gemakkelijkst de hele begrenzingsdraad
vervangen tussen L en het punt waar de
begeleidingsdraad is aangesloten op de
begrenzingsdraad (dikke zwarte lijn).
b) Als de vermoedelijk defecte
begrenzingsdraad lang is (dikke zwarte lijn),
ga dan als volgt te werk: Zet L en GUIDE
terug in hun oorspronkelijke posities. Koppel
daarna R los. Sluit een nieuwe lusdraad aan
op R. Sluit het andere uiteinde van de
nieuwe lusdraad aan op een punt in het
midden van het vermoedelijk defecte deel
van de draad.
985 - 004 - 22.01.2019
L