REINIGING VAN HET TOESTEL
Trek de stekker van het toestel uit het stopcontact
voor het schoonmaken – schakel het toestel uit (zie
hoofdstuk In-/uitschakelen van het toestel) en trek de
stekker uit het stopcontact.
• Gebruik een zachte doek om alle oppervlakken
schoon te maken. Schoonmaakmiddelen die
schuurmiddelen, zuren, of solventen bevatten
zijn niet geschikt voor de reiniging omdat ze het
oppervlak kunnen beschadigen.
Reinig de buitenkant van het toestel met water of een
milde zeepoplossing. Oppervlakken met lakcoating of
aluminium kunnen worden gereinigd met lauw water
waaraan u een mild reinigingsmiddel heeft gevoegd.
Het gebruik van reinigingsmiddelen met een laag
alcoholgehalte is toegelaten (bijv. ruitenreiniger).
Gebruik voor de reiniging van plastic materialen geen
reinigingsmiddelen die alcohol bevatten.
De binnenkant van het toestel mag gereinigd worden
met lauw water waaraan u wat azijn kan toevoegen.
• De condensor-unit die aan de achterste (buiten)
wand gemonteerd is, moet altijd schoon, stofvrij
en zonder neerslag van keukenrook of –dampen
gehouden worden.
Af en toe het stof verwijderen met een zachte niet-
metalen borstel of stofzuiger.
• Reinig ook de schaal boven de compressor. Als u
deze verwijdert, plaats ze dan na reiniging terug.
Controleer of ze horizontaal geplaatst is.
• Schakel het apparaat terug aan na de reiniging en
laad het voedsel opnieuw in.
23