8. Onderhoud, opslag en transport
8.1 Reiniging
Neem vuil met een zachte, vochtige doek af.
Gebruik geen agressieve reinigings- of oplosmiddelen.
Dompel het apparaat niet in water onder!
Reinig en droog vervuilde en natte apparaten, accessoires en transportverpakkingen vóór het
inpakken. Pak het apparaat pas weer in als het volledig droog is.
8.2
Opslag
8.2.1 Algemeen
Opslag van het apparaat uitsluitend binnen de toegestane temperatuurgrenswaarden (zie hoofdstuk 3
/ Technische gegevens).
Controleer na opslag voor langere tijd vóór het gebruik de nauwkeurigheid van het meetapparaat.
8.2.2 Batterijen / Accu's
Neem voor opslag de batterijen en accu's uit het apparaat.
Opslag indien mogelijk op kamertemperatuur en in een droge omgeving
(zie hoofdstuk 3 / Technische gegevens).
Beschermen het apparaat tegen vloeistoffen en vocht. Natte of vochtige batterijen
dienen vóór de opslag of het gebruik te worden gedroogd.
8.3
Transport
8.3.1 Algemeen
Door heftig schudden of een val kan het apparaat worden beschadigd.
Transporteer het product nooit los. Gebruik altijd de originele verpakking of een gelijkwaardige
transportverpakking.
Schakel vóór het transport de meetapparaat uit.
Controleer het apparaat vóór de inbedrijfstelling op eventuele beschadigingen.
8.3.2 Batterijen / Accu's
Bij het transporteren of verzenden van batterijen en accu's is de eigenaar verantwoordelijk voor de
naleving van de nationale en internationale regelgeving en richtlijnen.
Verwijder vóór het verzenden de batterijen uit het apparaat.
NL
17