3. Uw oefeninginformatie opslaan en volgen.
Volg de instructies in de iFitapp om uw oefeningin
formatie op te slaan en te volgen.
4. U kunt desgewenst uw smart-toestel loskoppe-
len van het bedieningspaneel.
Om uw smarttoestel los te koppelen van het
bedieningspaneel, houdt u de toets Bluetooth op
het bedieningspaneel 5 seconden ingedrukt.
Let op: Alle BLUETOOTHverbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere apparaten (waaronder
smarttoestellen, hartslagmonitoren etc.) worden
verbroken.
DE OPTIONELE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
Of uw doel is
om vet te ver
branden of om
uw cardiovas
culair systeem
te verbeteren,
de sleutel tot
het bereiken
van de beste
resultaten is
het behouden
van de juiste hartslagwaarde tijdens uw oefening. De
optionele hartslagmonitor stelt u in staat om tijdens het
oefenen voortdurend uw hartslag te meten, en dat zal
u helpen om uw persoonlijke fitnessdoelen te behalen.
Zie de kaft van deze handleiding om een optionele
borstkas hartslagmonitor aan te schaffen.
Let op: Het bedieningspaneel is geschikt voor alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP HET
BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel is geschikt voor alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
Druk op de toets Bluetooth op het bedieningspaneel
om uw BLUETOOTH Smart hartslagmonitor aan te
sluiten op het bedieningspaneel. Wanneer er een
verbinding tot stand is gekomen zal het LEDlampje op
het bedieningspaneel twee keer knipperen. Let op: Dit
kan tot 15 seconden duren.
Let op: Indien er meer dan één geschikte hartslagmo
nitor in de buurt is van het bedieningspaneel, zal het
bedieningspaneel verbinding maken met de hartslag
monitor met het sterkste signaal.
Om uw hartslagmonitor los te koppelen van het
bedieningspaneel, houdt u de toets Bluetooth op het
bedieningspaneel 5 seconden ingedrukt.
Let op: Alle BLUETOOTHverbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere apparaten (waaronder
smarttoestellen, hartslagmonitoren etc.) worden
verbroken.
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Steek een audiokabel met 3,5 mm mannelijke uit
einden (niet meegeleverd) in de audioaansluiting op
het bedieningspaneel en in de audioaansluiting op
uw MP3speler of CDspeler of andere persoonlijke
audiospeler om via de geluidsinstallatie van het bedie
ningspaneel muziek of audioboeken af te spelen; zorg
ervoor dat de audiokabel volledig ingestoken is.
Let op: Ga naar uw plaatselijke elektronicawinkel
om een audiokabel aan te schaffen.
Druk dan op de playtoets van uw persoonlijke
audiospeler. Pas het volumeniveau aan met de
volume regelaar van uw persoonlijke audiospeler.
Als u een persoonlijke CDspeler gebruikt en de
CD slaat over, plaats de CDspeler dan op de vloer
of een ander vlak oppervlak in plaats van op het
bedieningspaneel.
21