4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Om de helling van de loopband te veranderen,
drukt u op de toenametoets en afnametoets Incline
(helling) of een van de toetsen Quick Incline (snelle
helling). Elke keer als u op een van de toetsen
drukt, zal de helling van de loopband geleidelijk
veranderen tot de gekozen hellinginstelling bereikt
wordt.
5. Volg uw vordering op de display.
De display zal de volgende oefeninginformatie
tonen als u op de loopband loopt of rent:
• De hellingstand van de loopband
• Uw hartslag (zie stap 7)
• Uw vermogen in watt
• De snelheid van de loopband
• De verstreken tijd
• Uw tempo
• Het geschatte aantal calorieën dat u heeft
verbrand
• De afstand die u hebt gewandeld of hardgelopen
Druk op de toets Display om de gewenste informa
tie op de display te zien.
Als u oefeningen doet, zal de krachtring het
geschatte intensiteitsniveau van uw oefening
aangeven. Om het intensiteitsniveau aan te pas
sen, drukt u op de toenametoets of afnametoets
Watts/Kg. De snelheid en/of hellinginstellingen
van de loopband zullen automatisch toenemen of
afnemen om het gewenste intensiteitsniveau te
bereiken.
Om de display te resetten drukt u herhaaldelijk op
de toets Stop, of haalt u de sleutel eruit en steekt
hem er weer in.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt zelfs uw hartslag meten door gebruik te
maken van de ingebouwde handgreep met hart
slagmonitor of door middel van de bijbehorende
borstkas hartslagmonitor. Zie bladzijde 21 voor
informatie over het kopen van een optionele
borstkas hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH
Smart hartslagmonitoren. Om
®
uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie
ningspaneel, zie bladzijde 21.
Let op: Wanneer u beide hartslagmonitoren
tegelijkertijd gebruikt dan zal de BLUETOOTH
Smart hartslagmonitor prioriteit krijgen.
Voordat u de
handgreep
hartslagmonitor
gebruikt, verwij
dert u het plastic
laagje van de me
talen contactpun
ten op de sen
sorstang. Zorg er
ook voor dat uw
handen schoon
zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleu-
ning staan en houdt u de sensorstang met de
metalen contactpunten op uw handpalmen vast
– beweeg uw handen niet. Uw hartslag zal wor
den weergegeven wanneer uw pols gemeten kan
worden. Houd de contactpunten ongeveer 15
seconden lang vast voor de meest nauwkeurige
hartslagwaarde.
18
Contactpunten