4. Transport en opslag
4.1 Transport
Afbeelding 1 - Transport
Controleer bij binnenkomst van de machine eerst of deze compleet en onbeschadigd geleverd is.
Waarschuwing!
Een machine waarvan onderdelen missen of die beschadigd is, mag niet eerder worden
gebruikt, dan dat het probleem is opgelost.
De machines worden binnen Nederland zonder verpakking geleverd. Bij export wordt de machine verpakt en
op planken gezet. Bij installatie moet u de planken verwijderen. Rij de machine m.b.v. transportrollen naar de
plaats van installatie of gebruik een hijsinstallatie. Gebruik een hijsinstallatie en kabels met voldoende
draagkracht voor het machinegewicht. Gebruik de draagringen in het onderstel om de hijskabels te
bevestigen. Zorg ervoor dat de machine in evenwicht is tijdens het hijsen.
4.2 Machine schoonmaken
Bij transport en opslag van de machine moeten alle metalen oppervlakken met een dunne laag olie worden
ingesmeerd om roesten tegen te gaan. Voordat u de machine gebruikt, moet u deze olie verwijderen. Gebruik
nooit harde voorwerpen om de machine schoon te maken. Daarna moet u alle blanke delen smeren met olie.
5. Montage en installatie
5.1 Fundament
Afbeelding 2 - Fundament
Plaats de machine op een vlakke en stevige ondergrond. Refereer aan het funderingsschema voor de juiste
afmetingen. Controleer of de machine waterpas staat, gebruik eventueel pasplaaten om de machine waterpas
te stellen. Zet de machine vast met verankeringsschroeven.
6. Inbedrijfstelling
6.1 Machine aansluiten op de stroomvoorziening
Het bedieningspaneel bevindt zich op de elektrische kast. Via de elektrische kast wordt de machine
aangesloten op de stroomvoorziening. Als u de deur opent, zijn de componenten goed toegankelijk.
U kunt de machine m.b.v. een stroomonderbreker op het elektrische net aansluiten. R, S en T zijn de
aansluitklemmen voor de fasen. N is voor neutraal en PE is voor de aardaansluiting. Controleer na het
aansluiten de draairichting van de hoofdmotor. Als de motor in de verkeerde richting draait, moeten twee van
de fasen verwisseld worden.
7. Bediening
7.1 Bedieningspaneel en elektrische kast
Afbeelding 3 - Bedieningspaneel
F1
Hydrauliekmotor aan/uit
F2
Hoofdmotor aan/uit
F3
Openen vaste klem
F4
Sluiten vaste klem
F5
Openen bewegende klem
F6
Sluiten bewegende klem
F7
Motor koelpomp aan/uit
F8
Keuze handmatig/automatisch
F9
Naar voren glijden (bij handmatig)
F10
Naar achteren glijden (bij handmatig)
F11
Zaagbeugel omlaag
F12
Zaagbeugel omhoog
-15-