10.6.4 Secundaire zone
EBLA04~08E2V3+E23V3 + EDLA04~08E2V3+E23V3
Daikin Altherma 3 M
4P685228-1B – 2023.05
#
Code
[2.C.1]
[8‑05]
[2.C.2]
[8‑06]
INFORMATIE
Wanneer modulatie van de aanvoerwatertemperatuur is ingeschakeld, moet de
weersafhankelijke curve hoger worden ingesteld dan [8-06] plus het instelpunt van
de minimum aanvoerwatertemperatuur nodig om een stabiele toestand voor het
comfortinstelpunt voor de kamer te bekomen. Voor meer efficiëntie kan modulatie
het
instelpunt
weersafhankelijke curve hoger te plaatsen kan deze verlaging niet onder het
minimuminstelpunt vallen. Zie de onderstaande illustratie.
T t
+[8-06]
−[8-06]
a Weersafhankelijke curve
b Instelpunt minimum aanvoerwatertemperatuur vereist om een stabiele toestand te
bekomen voor het comfortinstelpunt voor de kamer.
Stooklijntype
De weersafhankelijke curve kan met de 2-punts methode of de Afwijking
helling methode worden bepaald.
Zie
"10.5.2 2-points
curve" [
#
Code
[2.E]
N.v.t.
Overzicht
Het submenu bevat de volgende onderdelen:
Modulatie:
▪
0 Nee (uitgeschakeld)
▪
1 Ja (geactiveerd)
Opmerking:
aanvoerwatertemperatuur kan alleen op de
gebruikersinterface gelezen worden.
Max modulatie:
▪
0°C~10°C
Dit is de temperatuur waarde waarmee de
gewenste aanvoerwatertemperatuur wordt
verhoogd of verlaagd.
van
de
aanvoerwatertemperatuur
a
b
T a
4
148] en
"10.5.3 Slope-offset
▪
2-punts
▪
Afwijking helling
10
Configuratie
|
Beschrijving
De
gewenste
verlagen.
Door
curve" [
4
149].
Beschrijving
Uitgebreide handleiding voor de installateur
de
167