3
Controleer of de Bluetooth-toegangscodes
die worden weergegeven op het Bluetooth-
apparaatscherm en het systeemscherm hetzelfde
zijn en bevestig de verbinding vanaf het apparaat.
4
Kies of u het Bluetooth-apparaat met uw systeem
wilt verbinden voor de andere apparaten.
• Als u het Bluetooth-apparaat voorrang geeft, maakt
het systeem hier automatisch verbinding mee als u het
systeem inschakelt.
5
Als u een mobiele telefoon aansluit, ga er dan mee
akkoord dat het systeem toegang heeft tot en
gegevens kan downloaden van het apparaat.
• Het downloaden van gegevens is alleen voor Bluetooth-
oproepfuncties. Toestemming is niet vereist als u een
audio-apparaat aansluit.
Û Opmerking
• Het kan even duren voordat het systeem verbinding
maakt met het apparaat nadat u het systeem toegang tot
het apparaat verleent. Als er een verbinding is gemaakt,
wordt het Bluetooth-statuspictogram boven in het scherm
weergegeven.
• U kunt de toestemmingsinstellingen wijzigen via het
instellingenmenu voor Bluetooth op de mobiele telefoon.
Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding bij uw
mobiele telefoon.
• Herhaal voor het registreren van een nieuw apparaat stap
1 tot 5.
• Als er via Bluetooth een apparaat is verbonden met het
systeem, kunt u geen ander apparaat koppelen.
• Als u niet wilt dat het systeem automatisch verbinding
maakt met het apparaat, schakel dan Bluetooth op uw
telefoon uit.
6-3