Het klimaatbeheersingssysteem
gebruiken
(*indien aanwezig)
U kunt de huidige status van het klimaatbeheersingssysteem
controleren via het systeemscherm.
Tik in uw voertuig op de toets [CLIMATE].
• Zie voor meer informatie over het gebruik van het
klimaatbeheersingssysteem de gebruikershandleiding van
uw voertuig.
a
b
c
e
f
Buitentemperatuur
a
b
Binnentemperatuur
c
Luchtrichting
Luchtvolume
d
e
Stand AUTO geactiveerd
f
Klimaatbeheersing alleen geactiveerd voor de stoel van de
bestuurder
g
Airconditioning ingeschakeld
h
Alleen verwarming geactiveerd
d
g
h
Als u het klimaatbeheersingssysteem bedient terwijl u uw
systeem gebruikt, worden de klimaatbeheersingsinstellingen
boven in het scherm weergegeven.
b
e
f
c
g
Û Opmerking
• De binnentemperatuur wordt weergegeven in eenheden
van 0,5 °C.
• De stand AUTO wordt in de volgende situaties automatisch
gedeactiveerd:
- Als u het luchtvolume of de luchtrichting wijzigt
- Als u de airconditioning uit- of inschakelt
- Als u de verwarming van de voorruit inschakelt
• Afhankelijk van voertuigmodellen of -specificaties kan het
zijn dat sommige functies niet worden ondersteund.
h
d
1-11