A
f
d
r
u
k
k
e
n
A
f
d
r
u
k
k
e
n
Speciaal papier dat u NIET moet gebruiken
• Papier dat is beschadigd, gekreukt of geknikt of een onregelmatige vorm
heeft.
✒ ✒ ✒ ✒ Opmerking
•
Alvorens papier met perforatiegaatjes (zoals Organizer-papier) te
gebruiken, dient u de stapel los te schudden; dit om
papierdoorvoerstoringen te voorkomen.
•
Gebruik geen papier met perforatiegaatjes aan de randen.
•
Zorg dat de gaatjes in Organizer-papier niet in de buurt van de
papiersensor liggen.
•
Gebruik geen Organizer-papier dat aan elkaar is geplakt. De lijm kan de
printer beschadigen.
•
Plaats nooit verschillende soorten papier in de papierlade, daar het
papier anders kan vastlopen of scheef kan worden ingevoerd.
•
Voor het beste resultaat moet u in uw toepassing hetzelfde
papierformaat selecteren als het formaat papier dat in de papierlade zit.
•
Als u in het afdrukmenu van uw toepassing geen verschillende
papierafmetingen kunt selecteren, dan kunt u in met papiermenu van
het bedieningspaneel een ander papierformaat kiezen.
hoofdstuk 3 voor meer informatie hierover.
o
p
e
t
i
k
e
t
t
e
n
o
p
e
t
i
k
e
t
t
e
n
Afb. 1-21
,
t
r
a
n
s
p
a
r
a
,
t
r
a
n
s
p
a
r
a
1-33
HOOFDSTUK 1
OVER DEZE PRINTER
n
t
e
n
e
n
z
.
n
t
e
n
e
n
z
.
Raadpleeg