☛ ☛ ☛ ☛ 6.
Plaats de DIMM recht in de sleuf (stevig aandrukken). Controleer dat de
vergrendelingen aan weerskanten van de DIMM naar binnen toe op hun
plaats klikken. (Voor het verwijderen van de DIMM dienen deze
vergrendelingen te worden losgemaakt.)
☛ ☛ ☛ ☛ 7.
Zet de metalen dekplaat in de aangegeven volgorde met de drie schroefjes
vast.
☛ ☛ ☛ ☛ 8.
Zet het zijpaneel weer op zijn plaats.
☛ ☛ ☛ ☛ 9.
Sluit de interfacekabel weer op de printer aan.
Steek de stekker in het stopcontact en zet de printer aan.
☛ ☛ ☛ ☛ 10.
Controleer of de DIMM op juiste wijze is geïnstalleerd door de printer een
testafdruk van de configuratie te laten maken. In deze lijst staat hoeveel
geheugen er in de printer is geplaatst.
informatie over het afdrukken van testpagina's.
Afb. 4-13
z z z z
x x x x
Afb. 4-14
Raadpleeg hoofdstuk 3 voor nadere
4-15
HOOFDSTUK 4 TOEBEHOREN
y y y y