Batterij plaatsen
Plaats voor het eerste gebruik de batterij.
Gevaar
Scheid de meetpennen van het apparaat voordat u het
batterijvak opent.
Let op
Zorg dat het oppervlak van het apparaat droog is en
het apparaat is uitgeschakeld.
1. Verwijder de beschermhoes (7) van het apparaat.
2. De schroef van het batterijvak (8) losdraaien.
3. Open het batterijvak.
4. De batterij aansluiten op de juiste polen van de batterijclip.
5. Plaats de batterijen met de batterijclip in het batterijvak.
6. Sluit het batterijvak en draai de schroef weer vast.
7. Plaats het apparaat weer in de beschermhoes.
NL
Waarschuwingslabel aanbrengen
Vóór het eerste gebruik van het apparaat het
waarschuwingslabel aan de achterzijde van het apparaat
overplakken, als deze niet in uw taal is. Een
waarschuwingslabel in uw landstaal wordt geleverd met het
apparaat. Ga als volgt te werk bij het aanbrengen van het
waarschuwingslabel op de achterzijde van het apparaat:
1. Verwijder het label in uw taal van de meegeleverde folie.
2. Plak het label op de hiervoor bedoelde plaats aan de
achterzijde van het apparaat.
Ongedefinieerde weergaven
Bij open meetingangen, resp. bij het aanraken van de
meetingangen met de hand kunnen ongedefinieerde weergaven
ontstaan. Dit is geen storing, maar een reactie van de gevoelige
meetingang op aanwezige stoorspanningen.
Doorgaans ontstaat zonder hoge stoorsignaalniveaus op de
werkplek, evenals bij het kortsluiten van de meetingang direct
een nul-weergave, resp. een exacte meetwaardeweergave bij
het aansluiten van het meetobject. Schommelingen in de
weergave met enkele digits, zijn onvermijdbaar door het
systeem en liggen binnen de tolerantie.
Is het weerstandsmeetbereik, het doorgangstestbereik of
diodentest gekozen, verschijnt bij open meetingang het
overloopsymbool.
multimeter BE47
7