OPMERKING
Zorg ervoor dat de voedingskabel en de transmissiekabel
van elkaar gescheiden blijven. De transmissiebedrading en
de voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze mogen
NIET parallel lopen.
1 Verwijder het servicedeksel.
2 Kabel gebruikersinterface: Geleid de kabel door het frame,
sluit hem aan op het klemmenblok (P1, P2) en maak hem vast
met een kabelbinder.
3 Transmissiekabel: Geleid de kabel door het frame, sluit hem
aan op het klemmenblok (controleer of de symbolen F1, F2
overeenstemmen met die op de buitenunit) en maak hem vast
met een kabelbinder.
4 Voedingskabel: Geleid de kabel door het frame en sluit hem
aan op het klemmenblok (L, N, aarding).
a
Onderbreker
b
Reststroomapparaat
5 Verdeel de kleine afdichting (accessoire) in kleinere delen en
draai ze rond de kabels om te voorkomen dat er water in de unit
kan.
6 Dicht alle openingen af met een afdichtingsmateriaal (lokaal te
voorzien) om te voorkomen dat kleine dieren in het systeem
terechtkomen.
7 Breng het servicedeksel weer aan.
a
1×
b
e
7
70~90
10~15
d
a
Servicedeksel (met bedradingsschema)
b
Opening voor kabels
c
Aansluiting van elektrische voeding
d
Kabelbinder
e
Aansluiting van gebruikersinterface en transmissiekabel
Voorbeeld van een compleet systeem
1 gebruikersinterface bestuurt 1 binnenunit.
FXZA15~50A2VEB
VRV-systeemairconditioner
3P599603-1C – 2020.10
a
b
1×
b
c
70~90
10~20
10~15
d
a
Control box
IN/D OUT/D
F
1
F
2
F
1
F
2
N
L
N
L
N L
N L
P
P
F
F
T
T
P
P
F
F
1
2
1
2
1
2
1
2
1
b
P
P
P
P
1
2
1
2
c
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Gebruikersinterface
d
Meest stroomafwaarts gelegen binnenunit
OPMERKING
Aansluiting van groepsbesturing is NIET toegelaten.
VOORZICHTIG
▪ Elke binnenunit moet op een aparte gebruikersinterface
worden aangesloten. Alleen een afstandsbediening die
compatibel is met het veiligheidssysteem kan als
gebruikersinterface worden gebruikt. Zie de technische
data
sheet
voor
afstandsbediening (bv. BRC1H52/82*).
▪ De gebruikersinterface moet in dezelfde kamer als de
binnenunit
worden
montagehandleiding en gebruiksaanwijzing van de
gebruikersinterface voor meer informatie.
15
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD draaien met thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. Anders kan er brand in de
compressor ontstaan.
15.1
Checklist voor de inbedrijfstelling
Controleer na de installatie van de unit eerst de hierna vermelde
punten. Sluit de unit nadat alle controles zijn uitgevoerd. Start de unit
nadat u ze gesloten hebt.
Lees de volledige instructies voor installatie en gebruik,
zoals beschreven in de uitgebreide handleiding voor de
installateur en de gebruiker.
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
Controleer of de afvoerleiding goed is geïnstalleerd,
geïsoleerd en het afvoerwater goed kan wegstromen.
Controleer op waterlekken.
Mogelijk gevolg: Er kan condenswater naar beneden
druppelen.
De koelmiddelleidingen (gas en vloeistof) zijn goed
geïnstalleerd en thermisch geïsoleerd.
Er zijn GEEN koelmiddellekkages.
Er zijn GEEN ontbrekende fasen of omgekeerde fasen.
Het systeem is goed en op de juiste manier geaard en de
aardingsklemmen zijn goed aangehaald.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
15 Inbedrijfstelling
N
L
N
L
N L
N L
T
T
P
P
F
F
T
T
P
P
F
F
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
P
P
P
P
1
2
1
2
de
compatibiliteit
van
geplaatst.
Zie
d
T
T
1
2
de
de
19