nl
10.1
Waarschuwingsmeldingen
10.2
Storingsmeldingen
16
Storingen
Pomp draait niet bij inge-
schakelde stroomtoevoer.
Pomp draait niet bij inge-
schakelde stroomtoevoer.
Pomp draait, geen circulatie. Circulatieleiding niet gevuld/
Pomp maakt geluiden.
Pomp maakt geluiden.
•
De waarschuwingsmelding wordt door middel van de led-weergave weergegeven.
•
De pomp loopt met beperkte capaciteit verder.
•
De gesignaleerde foute bedrijfstoestand mag niet gedurende een langere periode optre-
den. De oorzaak moet verholpen worden.
Led
Storingen
E07
Generatorbedrijf
E10
Blokkering
E11
Droogloop
E21
Overbelasting
•
De storingsmelding wordt door middel van de led-weergave weergegeven.
•
De pomp wordt uitgeschakeld (afhankelijk van de foutcode), probeert cyclische opnieuw
op te starten.
Led
Storingen
E04
Onderspanning
E05
Overspanning
E10
Blokkering
E23
Kortsluiting
E25
Contact/wikkeling
E30
Overtemperatuur
module
E36
Module defect
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Yonos PICO-Z • Ed.01/2023-02
Oorzaken
Elektrische zekering defect.
Pomp heeft geen spanning.
niet ontlucht.
Cavitatie door onvoldoende
toevoerdruk.
Cavitatie door onvoldoende
toevoerdruk.
Oorzaken
Pomphydraulica wordt door-
stroomd, de pomp heeft
echter geen netspanning.
De rotor blokkeert voortdu-
rend.
Lucht in de pomp.
Motor draait stroef. Pomp
wordt buiten de specificatie
gebruikt (bijv. hoge module-
temperatuur). Het toerental
is lager dan in normaal be-
drijf.
Oorzaken
Te lage netzijdige voe-
dingsspanning.
Te hoge netzijdige voe-
dingsspanning.
Rotor blokkeert.
Te hoge motorstroom.
Wikkeling defect.
Binnenruimte module te
warm.
Elektronica defect.
Oplossing
Zekering controleren.
Spanningsuitval verhelpen.
Circulatieleiding vullen en
ontluchten.
Systeemdruk binnen het
toegestane bereik verhogen.
Instelling toerental/opvoer-
hoogte controleren en in-
dien nodig lager toerental/
lagere hoogte instellen.
Oplossing
Netspanning controleren.
Er wordt een automatische
herstart geactiveerd.
Debiet/waterdruk controle-
ren.
Omgevingsomstandigheden
controleren.
Oplossing
Netspanning controleren.
Netspanning controleren.
Handmatige herinschakeling
activeren of contact opne-
men met de servicedienst.
Servicedienst inschakelen.
Servicedienst inschakelen.
Gebruiksomstandigheden
controleren.
Servicedienst inschakelen.