(3)
UNIT No.
(4) (5)
GROUP
(3)
(1) (7) (6) (4) (5)
(3)
(4) (5)
(3)
(6)
(7) (1)
(4)
(5)
〈Voorbeeld〉
Voer, voor het instellen van de ventilatiemodus ZWAK voor
de hele groep, Functienr. "19" in, EERSTE CODENR. "0" en
TWEEDE CODENR., "01".
■Instellingen en instelwaarden
EER-
Func-
Beschrijving van de
STE
tienr.
instellingen
CODE
∗1
NR.
Filterreinigingstijdin-
stelling
0
OPMERKING) 5
's Nachts koelen
instellen
(Tijd nadat de aircon-
17
1
ditioner uitgeschakeld
(27)
werd.)
OPMERKING) 5
Initiële instelling
ventilatorsnel-
4
heid
Nederlands
(2)
6 2
(2)
TWEEDE CODENR.
01 02 03 04 05 06 07
Ong.
Ong.
Geen
2500
1250
tell-
–
–
–
uur
uur
ing
2 uur
4 uur
6 uur
8 uur
UIT
–
later
later
later
later
Nor-
Ultra-
–
–
–
–
maal
hoog
Directe kanaal-
verbinding met VRV-
instelling
(27)
Instelling voor koude
gebieden
(Ventilatorin-
schakelselectie voor
verwarmingselement
thermostaat uit)
OPMERKING) 6
Ventilatieluchtstroom-
instelling tijdens 's
(27)
nachts koelen
AAN/UIT-invoer van
buiten (instellen wan-
neer AAN/UIT extern
(22)
geregeld wordt)
Stroomonderbreking
automatisch resetten
(Automatisch
(22)
opnieuw inschakelen)
Bevochtigen aan/uit
bij verwarmingsther-
(25)
mostaat uit
Aanduiding van
ventilatiemodus/geen
aanduiding
Luchtverversen bin-
nen/buiten-instelling
Externe invoeraanslu-
(28)
itingfuncties select-
eren (tussen J1 en
JC)
OPMERKING) 7
KRP50-2 uitvoer-
schakelselectie
(tussen 1 en 3)
Ventilatieluchtstroom-
instelling
(29)
Ventilatiemodus
instelling
Luchtverversen
Ventilator geforceerd
aan
Apparaatnummer-
toewijzing
–
OPMERKING)
1. Het in het kader
is de fabrieksinstelling.
–
2. De instellingen worden toegepast op de hele groep, maar
wanneer het modusnummer tussen haakjes geselecteerd
wordt, kunnen de instellingen voor afzonderlijke binnenunits
worden gemaakt.
Het is echter alleen mogelijk om in de individuele modus de
–
wijzigingen van de instellingen tussen haakjes te control-
eren. (Bij groepsbediening wordende wijzigingen wel door-
gevoerd, maar op het display wordt de fabrieksinstelling
weergegeven.)
Geen
Geen
Met
dire-
dire-
dire-
ct ka-
ct ka-
ct ka-
naal
naal
naal
5
(Luc-
–
(Luc-
(ven-
htstr-
htstr-
tila-
oom-
oom-
tor
inste-
inste-
17
uit)
lling)
lling)
Luch-
Luch-
Ven-
tstro-
tstro-
tila-
5
omi-
omi-
–
tor
nste-
nste-
Laag
lling
lling
17
Ho-
Ultra-
6
–
–
og
hoog
Gef-
AAN/
12
orce-
UIT-
1
–
–
erd
rege-
uit
ling
Niet
Bes-
12
bes-
5
chik-
–
–
chik-
baar
baar
15
1
Nee Ja
–
–
Geen
Aan-
aan-
4
duid-
–
–
duid-
ing
ing
Geen aan-
Aanduiding
duiding
7
Binnen Buiten Binnen Buiten
18
Lucht-
Alge-
8
verv-
heel
–
–
ersen
alarm
Venti-
lator
Abnor-
9
–
–
aan/
maal
uit
0
Laag Laag Laag Laag
19
Auto-
Warm-
By-
2
mati-
tewis-
pass
sch
selaar
1A
Uit Aan
–
–
43
45
weergegeven tweede codenummer,
Met
dire-
ct ka-
naal
–
–
(ven-
tila-
tor
uit)
Ven-
tila-
–
–
tor
Laag
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Lucht-
stroom
–
–
verho-
gen
–
–
–
Ho-
Ho-
og
og
–
–
–
15