eleKtronisCHe KliMaatreGelinG, eCC*
autoMatisCHe reGelinG
In de stand AUTO regelt het ECC-systeem
automatisch alle functies voor een groter
bedieningsgemak en optimale luchtkwaliteit.
1
Indrukken voor individuele temperatuur:
Eenmaal voor de linkerzijde, tweemaal voor
de rechterzijde, driemaal voor beide zijden.
Draaien om de temperatuur in te stellen.
De gekozen temperatuur staat op het
display.
2
Indrukken voor automatische regeling
van de gekozen temperatuur en overige
functies. Draaien om de ventilatorsnelheid
te wijzigen.
luCHtVerdelinG (alleen modellen met
elektronische temperatuurregeling, etC)
Voor optimaal comfort in uiteenlopende
rijomstandigheden de luchtverdeling als volgt
instellen:
Buitentemperatuur Knop
< 0 °C
VLOER of VLOER/VOOR-
RUIT
0 tot +20 °C
VLOER of VLOER/DASH
BOARD
> 20 °C
DASHBOARD
Beslagen/bevroren
ruiten
VOORRUIT of VLOER/
VOOR-RUIT
stuurwiel instellen
HandMatiGe reGelinG
3
Elektrische verwarming linker/rechter stoel.
4
Max. ontwaseming. Alle lucht op maxi-
male snelheid naar de voorruit en zijruiten.
Eenmaal indrukken voor lucht naar
de voorruit/zijruiten, tweemaal indrukken
voor uitschakeling.
elektrische voorruitverwarming*: Een-
maal indrukken voor verwarming van de
voorruit, tweemaal indrukken voor verwar-
ming van de voorruit en alle lucht naar de
voorruit/zijruiten, driemaal indrukken voor
uitschakeling.
5
Luchtverdeling.
6
Elektrische verwarming achterruit en bui-
tenspiegels aan/uit.
7
Recirculatie.
8
aC – Airconditioning aan/uit. Voor koeling
interieur en ontwaseming ruiten.
waarsCHuwinG
Het stuurwiel instellen vóórdat u gaat rijden
– nooit tijdens het rijden.
Blokkering opheffen.
Aanpassen.
3. Stuurwiel vergrendelen