Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Waarschuwingssignalen Voor De Bestuurder In- Of Uitschakelen; Roodlichtcamera's En Flitsers; Straatnavigatie; Routes - Garmin OVERLANDER Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor OVERLANDER:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bochten: Het toestel geeft een geluidssignaal om een bocht in
de weg aan te geven.
Langzaam verkeer: Het toestel geeft een geluidssignaal als u
op hogere snelheid langzaamrijdend verkeer nadert. Voor
gebruik van deze functie moet uw toestel verkeersinformatie
ontvangen
(Verkeersinformatie, pagina
Risico van aan de grond lopen: Het toestel geeft een
geluidssignaal en geeft een bericht weer wanneer u een weg
nadert waar u met uw voertuig kunt vastlopen.
Zijwind: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft een
bericht weer wanneer u een weg nadert waar u risico hebt op
zijwind.
Smalle weg: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft een
bericht weer wanneer u een weg nadert die mogelijk te smal
is voor uw voertuig.
Steile heuvel: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft een
bericht weer wanneer u een steile heuvel nadert.
Staats- en landgrenzen: Het toestel geeft een geluidssignaal
en geeft een bericht weer wanneer u een staats- of landgrens
nadert.
Sluit propaan af: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft
een bericht weer wanneer u een weg nadert waar propaan
moet worden afgesloten.
Waarschuwingssignalen voor de bestuurder
in- of uitschakelen
U kunt het geluidssignaal voor sommige
bestuurderswaarschuwingen in- of uitschakelen. De visuele
waarschuwing wordt ook weergegeven als het geluidssignaal is
uitgeschakeld.
1
Selecteer
> Navigatie > Hulp voor de bestuurder >
Hoorbare waarschuwingen voor bestuurder.
2
Schakel het selectievakje naast elk waarschuwingssignaal in
of uit.

Roodlichtcamera's en flitsers

Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van, of
consequenties van het gebruik van, een database met eigen
nuttige punten of flitspaaldatabase.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle regio's
of productmodellen.
Informatie over de locaties van roodlichtcamera's en flitsers is
beschikbaar in sommige gebieden voor sommige
productmodellen. Het toestel waarschuwt u als u een
gerapporteerde flits- of roodlichtcamera nadert.
• U kunt de Garmin Express
gebruiken om de op uw toestel opgeslagen cameradatabase
bij te werken. Werk uw toestel regelmatig bij om de meest
recente cameragegevens te ontvangen.

Straatnavigatie

Routes

Een route is de weg van uw huidige locatie naar een of meer
bestemmingen.
• Het toestel berekent een aanbevolen route naar uw
bestemming op basis van de door u opgegeven voorkeuren,
zoals de modus voor routeberekening
routeberekeningsmodus wijzigen, pagina
vermijden wegen
(Vertragingen, tol en bepaalde gebieden
vermijden, pagina
6).
• Het toestel kan automatisch wegen vermijden die niet passen
bij het actieve voertuigprofiel.
4
17).
LET OP
software (garmin.com/express)
(De
6) en te
• U kunt via de aanbevolen route snel naar uw bestemming
navigeren of u kunt een alternatieve route kiezen
starten, pagina
4).
• Als u bepaalde wegen wilt gebruiken of vermijden, kunt u de
route aanpassen.
• U kunt aan een route meerdere bestemmingen toevoegen.

Een route starten

1
Selecteer
en zoek een locatie.
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Ga! om te starten met navigeren via de
aanbevolen route.
• U kunt een alternatieve route kiezen door
een route te selecteren.
Alternatieve routes worden rechts van de kaart
weergegeven.
• Als u de route wilt wijzigen, selecteert u
en voegt u routepunten aan de route toe.
Het toestel berekent een route naar de locatie en leidt u naar uw
bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de
kaart
(Uw route op de kaart, pagina
kaart wordt een paar seconden een weergave van de
belangrijkste wegen op uw route gegeven.
Als u op meerdere bestemmingen moet stoppen, kunt u deze
locaties aan uw route toevoegen.

Een route starten op de kaart

U kunt uw route starten door op de kaart een locatie te kiezen.
1
Selecteer Drive.
2
Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied
weer te geven.
3
Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt
filteren, selecteert u
.
Locatiemarkeringen ( of een blauwe stip) worden op de
kaart weergegeven.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer een locatiemarkering.
• Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of
adres.
5
Selecteer Ga!.

Naar huis navigeren

De eerste keer dat u een route naar huis start, vraagt het toestel
u om uw thuislocatie op te geven.
1
Selecteer
> Naar huis.
2
Voer zo nodig uw thuislocatie in.

Uw thuislocatie bewerken

1
Selecteer
>
> Stel thuislocatie in.
2
Voer uw thuislocatie in.

Uw route op de kaart

Het toestel leidt u tijdens uw reis naar uw bestemming met
gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart. Boven aan
de kaart worden instructies weergegeven om de volgende afslag
of afrit te nemen of een andere handeling uit te voeren.
(Een route
en vervolgens
> Wijzig route
4). Aan de rand van de
Straatnavigatie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave