Inhoudsopgave
Advertenties
3
Stabiliteitsvoorschriften
3.1 Algemeen
3.2 Bevestiging van de ballast
3.3 Bevestiging van de verdraaibeveiliging
Voor de stabiliteit van de steiger moeten rijbalken en stabilisatoren zorgen. Deze
moeten in afhankelijkheid van de plaats van opstelling (binnen / buiten) van extra
ballast worden voorzien.
Zie voor ballast "Onderdelenlijst incl. ballast" op pagina 29 (onderste deel van
tabellen)
De plaats van montage en het aantal ballastgewichten zijn afhankelijk van de
opbouwwijze en van de platformhoogte van de steiger.
Voor rolsteigers met stabilisatoren moeten de ballastgewichten met bevestigings-
klemmen (bestelnr. 42912) worden gebruikt. De ballastgewichten moeten zo
ver mogelijk onder aan de voet van de stabilisator of aan de voet van de steiger
(steigertypen 53099 en 53199) worden aangebracht.
Om onbedoeld torderen van de dwarsbalk te voorkomen, moet deze worden
bevestigd met een torsieborging (bestelnr. 42865). Het ene uiteinde van de
torsieborging wordt daarbij aan de dwarsbalk en het andere uiteinde aan de eerste
sport bevestigd.
nl
37
Advertenties
Inhoudsopgave
