blijft branden. Indien de waakvlam niet blijft branden moet men na 5 minuten wachttijd de
aansteekhandeling herhalen en de gastoevoerknop iets langer ingedrukt houden.
• Bij SEN en BW modellen: branderkamerdeur dicht schuiven c.q. monteren.
• Plaats de buitenste afdekdeur.
• Verdraai de gastoevoerknop geheel linksom naar de aan-positie; merkteken
• Draai de temperatuurkeuzeknop linksom naar de gewenste temperatuurinstelling, als de stip
op de temperatuurschijf in de bovenste stand is, voelt men enige weerstand waar men door
heen moet draaien. De hoofdbrander zal nu ontsteken. De boiler werkt verder automatisch.
• Controleer de branderdruk, raadpleeg hiervoor tabel 1.
• Controleer de aansluitingen van de hoofdbrander- en waakvlambranderleiding in het gasblok
op dichtheid.
• Laat de boiler 10 minuten branden en controleer dan de vijf draadverbindingen in de tank op
dichtheid.
N.B. Direct na het in bedrijf stellen van de boiler of bij zeer hoog waterverbruik (dus snelle
bijvulling van koud water), kan condensatie op de nog koude bodem van de tank optreden. Er
kunnen dan druppels water op het branderbed terechtkomen, hetgeen een sissend geluid
veroorzaakt. Dit verschijnsel is normaal en zal zodra de bedrijfstemperatuur is bereikt
verdwijnen.
OPGELET
Indien de waakvlam uitgaat, moet de gastoevoerknop meteen naar de uit-positie (merkteken )
gedraaid worden en de instructies "in bedrijf stellen" worden herhaald. Zoals reeds vermeld
dient steeds 5 minuten tussen elke poging te worden gewacht, dit i.v.m. eventueel uitgestroomd
gas, dat zich in de verbrandingsruimte mocht hebben verzameld. Wanneer na vele pogingen de
waakvlam toch nog blijft uitgaan, dient een deskundige te worden geraadpleegd.
2.3
Regeling van de watertemperatuur
De boiler is uitgerust met een regelthermostaat. De gewenste watertemperatuur is d.m.v. de
temperatuurschijf in te stellen.
1 = ca. 50°C, 2 = ca. 60°C, 3 = ca. 70°C
7
.