Met het toestel zijn een aantal rookgasrestricties meegeleverd. Afhankelijk van het
rookgasafvoertraject moet één van deze rookgasrestricties in de rookgasaansluiting worden
geplaatst, zie figuur 4. De inwendig diameter (in mm) staat op de rookgasrestrictie
aangegeven. De volgende rookgasrestricties zijn meegeleverd:
• model RSC150: ∅ 45, ∅ 50 en ∅ 60 mm
• model RSC190: ∅ 48 en ∅ 55 mm
figuur 4
1.7.1 Uitmondingen bovendaks
Het toestel moet worden aangesloten op een dakdoorvoer van Sentry, met deze doorvoer is
het toestel uitvoerig getest en goedgekeurd. Het is niet toegestaan een ander type dakdoorvoer
toe te passen. Het traject van de rookgasafvoer kan worden uitgevoerd volgens figuur 5 of 6.
Wordt de rookgasafvoer uitgevoerd volgens figuur 5 dan moet de volgende rookgasrestrictie
in de rookgasaansluiting worden geplaatst:
• model RSC150: ∅ 45 mm
• model RSC190: ∅ 48 mm
Wordt de rookgasafvoer uitgevoerd volgens figuur 6 dan moet de volgende rookgasrestrictie
in de rookgasaansluiting worden geplaatst:
• model RSC150: ∅ 50 mm
• model RSC190: ∅ 55 mm
3