Bediening
Wat wordt automatisch gekali-
breerd
Optische werking
Correctie van het traject van het
platform om stitchingartefacten
te vermijden
Wrijving bij verplaatsen van het
platform
Tab. 15: Kalibratiefrequenties. De kalibratie-intervallen zijn bepaald op basis van de werking van de UFS en de
eigenschappen die zijn waargenomen tijdens de ontwikkeling en het testen.
Prepareren van de objectglaasjes
LET OP
Voorkom schade aan de scanner.
• Gebruik uitsluitend compatibele objectglaasjes die in het glaasjesrek passen en niet te
ver uitsteken. Gebruik uitsluitend dekglaasjes die door de UFS worden ondersteund (zie
hoofdstuk "Objectglaasje, dekglaasje en markering" op pagina 116).
• Zorg dat het dekglaasje niet buiten de randen van het objectglaasje uitsteekt.
• Zorg dat het etiket vlak op het objectglaasje is geplaatst en niet uitsteekt.
LET OP
De beeldkwaliteit van het verkregen beeld hangt af van de kwaliteit van het
weefselpreparaat.
• Zorg dat het weefsel niet te dik of te dun is.
• Zorg dat het weefsel niet geplooid is.
• Zorg dat het weefsel niet te veel of te weinig gekleurd is.
• Zorg dat het objectglaasje niet kleverig is.
Volg de aanwijzingen van het laboratorium voor het prepareren van het weefsel, het plaatsen
ervan op een objectglaasje, het kleuren van het objectglaasje, en het bedekken van het
objectglaasje met een dekglaasje. Volg de aanbevelingen hieronder voor optimale
beeldkwaliteit en minimale scantijden.
Het blok klaarmaken
► Denk eraan dat de oriëntatie van het weefsel in het paraffineblok de grootte van het
gescande gebied en de scantijd beïnvloedt.
38
Wanneer
• Elke dag
• Na uit- en aanzetten of na opnieuw opstarten na automatisch uitschakelen
• Om de 7 dagen
• Om de 60 dagen
Prepareren van de objectglaasjes
Ultra Fast Scanner