24
| In bedrijf stellen
10
In bedrijf stellen
Het bedienend personeel is verantwoordelijk voor de juiste werking van de ventilator en/of het systeem!
Garantieclaims kunnen alleen worden ingediend als de inbedrijfstelling correct wordt uitgevoerd en schriftelijk be-
wijs daarvan wordt geleverd.
Wij adviseren om het inbedrijfstellingsrapport in te vullen. 16 Inbedrijfstellingsrapport, pagina 29.
Gevaar
Gevaar op ontsteking in een mogelijk explosieve gas/lucht-omgeving!
♦ Bij het inbedrijfstellen van een EX-ventilator dient de cruciale informatie in DGUV 113-001
(explosiebeveiling (EX-RL)) en TRGS 727 (ontstekingsgevaar als gevolg van elektrostatische lading
vermijden) bekend te zijn.
♦ Volg en respecteer plaatselijke omstandigheden, voorschriften en wetten.
10.1 Veiligheidsinformatie
♦ Elektrische verbinding mag alleen worden uitgevoerd door voldoende gekwalificeerde personen, voor nadere infor-
matie zie Tabel 1 Kwalificaties, pagina 3.
♦ Lees het veiligheidsinformatieblad van de chemische stoffen die samen met de ventilator worden vervoerd zorgvul-
dig door.
Waarschuwing
♦ Volg de cruciale informatie bij het inbedrijfstellen van een EX-ventilator:
• DGUV 113-001 (explosiebeveiliging (EX-RL))
• TRGS 727 (ontstekingsgevaar als gevolg van elektrostatische lading vermijden).
• Volg en respecteer plaatselijke omstandigheden, voorschriften en wetten.
10.2 Voorwaarden
♦ De installatie en elektrische aansluiting zijn correct
uitgevoerd.
♦ Restmaterialen van de installatie en vreemde
voorwerpen zijn uit de ventilator en leidingen
verwijderd.
♦ Inlaat en uitlaat zijn vrij.
♦ Veiligheidsvoorzieningen zijn gemonteerd.
♦ Aardkabel is aangesloten.
♦ Kabelpakkingen zitten goed vast.
10.3 Testen
♦ Controleer dat de luchtspleet van de ventilator voldoet aan de waarden in hoofdstuk 6 Beschrijving, pagina 6.
♦ Controleer de ventilator, voordat u deze inschakelt, op aan de buitenkant zichtbare schade en zorg dat de beveiligin-
gen goed werken.
1. Schakel de ventilator in.
2. Voer de testen uit die in het inbedrijfstellingsrapport worden gevraagd (16 Inbedrijfstellingsrapport, pagina 29)
Ventilatoren waarvan snelheid kan worden geregeld: "Meetgegevens bij inbedrijfstelling" aan max. snelheid
3. Schakel de ventilator uit.
♦ Gegevens op het naamplaatje komen overeen met de
aansluitgegevens.
♦ Voor EX-ventilatoren geldt dat de minimum
luchtspleet tussen de rotor en de behuizing moet
voldoen aan de waarde vermeld in 8 Installatie,
pagina 18
| 008