NEDERLANDS
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling uitgetrok-
ken.
– De zaagkop is naar boven ge-
zwenkt.
– Snijdieptebeperking gedeactiveerd.
– De draaitafel staat op de 0°-stand,
de vastzetgreep voor de draaitafel
is aangetrokken.
– Trekinrichting helemaal achteraan.
– De stelschroef van de trekinrichting
is losgedraaid.
Werkstuk zagen:
1. Maak de grendelhefboom (80) voor
inclinatie aan de achterkant van de
zaag los.
2. Kantel de kantelarm langzaam in de
gewenste stand.
3. Zet de hefboom voor instelling van
de inclinatie vast.
4. Zaag het werkstuk zoals beschre-
ven onder "Rechte zaagsneden".
8.5
Dubbele versteksneden
3
Opmerking:
De dubbele versteksnede is een combi-
natie van versteksnede en schuine sne-
de. Dat wil zeggen dat het werkstuk
schuin t.o.v. de achterste aanlegrand
en schuin t.o.v. van de bovenkant ge-
zaagd wordt.
A
Gevaar!
Bij de dubbele versteksnede is het
zaagblad door de sterke inclinatie mak-
kelijker toegankelijk - hierdoor neemt
het gevaar voor verwondingen toe.
Houd voldoende afstand van het zaag-
blad!
12
Maximale afmeting van het werkstuk
(gegevens in mm) bij een hellingshoek
van 45:
15°
22,5°
30°
45°
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling uitgetrok-
ken.
– De zaagkop is naar boven ge-
zwenkt.
– Snijdieptebeperking gedeactiveerd.
– De draaitafel is geblokkeerd in de
gewenste positie.
– De kantelarm is geblokkeerd in de
gewenste hellingshoek t.o.v. het
werkstukoppervlak.
– De stelschroef van de trekinrichting
is losgedraaid.
– Trekinrichting helemaal achteraan.
80
Een werkstuk zagen:
Zaag het werkstuk zoals beschre-
ven onder "Rechte zaagsneden".
8.6
Groeven zagen
3
Opmerking:
De combinatie van de snijdieptebegren-
zing en de trekinrichting maakt het za-
gen van gleuven mogelijk. Hierbij wordt
niet volledig doorgezaagd, maar wordt
in het werkstuk slechts tot een bepaal-
de diepte gezaagd.
A
Terugslaggevaar!
Bij het zagen van gleuven is het bijzon-
der belangrijk dat er geen zijdelingse
druk op het zaagblad wordt uitgeoe-
fend. Anders kan de zaagkop plots om-
hoogslaan! Maak gebruik van een
kleminrichting bij het zagen van gleu-
ven. Vermijd zijdelingse druk op de
zaagkop.
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling uitgetrok-
ken.
Breedte
Hoogte ca.
ca.
KGS
KGS
216 M
254 M
295
36
47
280
36
47
260
36
47
215
36
47
– De zaagkop is naar boven ge-
zwenkt.
– De kantelarm is geblokkeerd in de
gewenste hellingshoek t.o.v. het
werkstukoppervlak.
– De draaitafel is geblokkeerd in de
gewenste positie.
– De stelschroef van de trekinrichting
is losgedraaid.
– Trekinrichting helemaal achteraan.
Een werkstuk zagen:
1. Stel de snijdieptebeperking (81) in
op de gewenste snijdiepte en fixeer
deze met de contramoer (82):
81
2. Maak de veiligheidsvergrendeling
los en zwenk de zaagkop omlaag
om de ingestelde snijdiepte te con-
troleren:
3. Maak een proefsnede.
4. Herhaal eventueel de stappen 1 en
3, tot de gewenste snijdiepte inge-
steld is.
5. Zaag het werkstuk zoals beschre-
ven onder "Rechte zaagsneden".
82