▷ Met eventuele verandering van de prestaties
door over- en onderdrukken in de ovenruimte/
branderkamer rekening houden! Overdrukken
optellen en onderdrukken aftrekken.
▷ Aangezien niet alle door de installatie veroor-
zaakte invloeden bekend zijn, is de instelling van
de brander via de drukken niet al te nauwkeurig.
Een exacte instelling is door volumestroom- of
rookgasmeting mogelijk.
Restrictie-elementen
▷ De voor de min. capaciteit noodzakelijke hoe-
veelheid lucht wordt bij aanwezige luchtdruk be-
paald door de ontstekingsstand van een gasklep,
door een bypassboring in de luchtklep of door
een externe bypass met restrictie-element.
Compensatie warme lucht
▷ Bij werking met warme lucht moet de verbran-
dingsluchtdruk p
Air
= constant).
250
200
150
100
0
100
▷ De gasdruk stijgt met 5 – 10 mbar.
▷ Het totale vermogen van de brander P
een toenemende luchttemperatuur T
120
110
100
0
100
Luchtdruk voor de min. en max. capaciteit
instellen
Gas- en luchttoevoer sluiten.
▷ Luchtmeetnippel L, buiten-∅ = 9 mm (0,35").
2
L
3
worden verhoogd (Lambda
200
300
400
T
[°C]
Air
stijgt met
B
.
Air
200
300
400
T
[°C]
Air
Schroef met
2 slagen
losdraaien.
4
Luchttoe-
voer geheel
openen.
5
p
atm.
0
Min. capaciteit:
▷ De brander alleen bij min. capaciteit (tussen 10
en 30% van het nominaal vermogen Q
typeplaatje) ontsteken.
• De luchttoevoer op de luchtklep reduceren en
de gewenste min. capaciteit instellen, bijv. met
eindschakelaar of mechanische aanslag.
▷ Bij luchtkleppen met bypass, indien nodig, de
bypassboring overeenkomstig de gewenste vo-
lumestroom en aanwezige voordruk vastleggen.
Max. capaciteit:
• Noodzakelijke luchtdruk p
element voor de brander instellen.
• Bij gebruik van luchtrestrictie-elementen: lucht-
druk p
controleren.
air
Gasdrukmeting voor de min. en max.
capaciteit voorbereiden
• Voor de latere fijninstelling op de brander, vooraf
alle meetapparatuur aansluiten.
▷ Gastoevoer verder gesloten houden.
▷ Gasmeetnippel G, buiten-∅ = 9 mm (0,35").
• Gasdruk p
voor de benodigde volumestroom
gas
uit de bijgaande doorstroomkarakteristiek voor
koude lucht aflezen.
[mbar ("WC)]
p
air
p
gas
p
gas
NL-7
p
=
atm
meting tegen
p
air
de atmosfeer.
op het restrictie-
air
p
air
Q
Q
gas
air
3
[m
/h (ft
/h)]
3
– zie
max