Montage van het gaselement
OPGELET
7
8
ECOMAX
®
..C: niet met de mengtrechter tegen de
keramische luchtgeleidingsbuis slaan. Breekbaar!
ECOMAX
®
..M: het gaselement moet zonder weer-
stand in de luchtgeleidingsbuis geschoven worden.
Externe krachten kunnen de keramische brander-
kamer beschadigen.
10
11
▷ ECOMAX
®
..M, ECOMAX
grootte 1 – 3: de branderkamer met behulp van
keramische verbindingsbouten monteren. Bij de
montage erop letten dat de verbindingsbouten
er niet uitvallen.
42
1
3
4
▷ De moeren in twee stappen kruislings aan-
draaien. Draaimoment ECOMAX
ECOMAX
®
4 – 5: 35 Nm.
6 Aardingskabel aansluiten.
7 De gasleiding op het gaselement aansluiten.
8 Spanning op de installatie aanleggen.
9 Gas- en luchttoevoer openen.
0 Op lekkage controleren, zie pagina 10 (Lek-
test).
De brander in bedrijf nemen, zie pagina 9 (In
bedrijf stellen).
GEVAAR
Ontploffings- en vergiftigingsgevaar bij
branderinstelling met luchtgebrek! Gas- en
luchttoevoer zo instellen dat de brander altijd met
luchtovermaat wordt gebruikt – anders CO-vorming
in de ovenruimte! CO is reukloos en giftig! Rook-
gasanalyse uitvoeren.
Onderhoudsrapport opstellen.
9
®
..F en ECOMAX
®
..P,
Op de ver bin-
dingsbouten
letten, deze
zijn er slechts
los ingezet.
2
5
®
0 – 3: 18 Nm,
NL-15
Hulp bij storingen
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok! Alvorens aan
stroomvoerende onderdelen te werken de elektri-
sche bedrading spanningsvrij maken!
Verwondingsgevaar! Branderkoppen zijn scherp.
Storingen mogen uitsluitend door geautoriseerd
vakpersoneel worden verholpen.
▷ Als er bij de controle van de brander geen fout
wordt gevonden, dan van de branderautomaat
uitgaan en aan de hand van de bedieningshand-
leiding de fout opsporen.
? Storingen
! Oorzaak
• Remedie
? Brander gaat niet in bedrijf?
! Kleppen gaan niet open.
• Spanningsvoorziening en bedrading controleren.
! Gasinlaatdruk te laag.
• De filter op verontreiniging controleren.
• Gasvoorziening controleren.
! Luchtinlaatdruk te laag.
• Ventilator en luchtvoorziening controleren.
! Gas- en luchtdruk op de brander te laag.
• Restrictie-elementen controleren.
• De instelling voor de starthoeveelheid contro-
leren/afstellen, zie bedieningshandleiding mag-
neetklep.
! Branderautomaat werkt niet correct.
• Controle van de zekering van het apparaat.
• Bedieningshandleiding van de branderautomaat
in acht nemen.
! Kortsluiting op de uv-sonde.
• Vervangen van de uv-sonde.
• Bedieningshandleiding van de uv-sonde in acht
nemen.
! Branderautomaat meldt storing.
• Ionisatiekabel controleren!
• Ionisatiestroom controleren. Ionisatiestroom
minstens 5 µA – stabiel signaal.
• Brander op voldoende aarding controleren.
• Bedieningshandleiding van de branderautomaat
in acht nemen.