›
Statische IP-instellingen instellen
1
Open de lijst met applicaties en selecteer
Draadloos en netwerken → Wi-Fi-instellingen.
2
Selecteer een toegangspunt in de netwerklijst.
3
Selecteer de vervolgkeuzelijst naast
4
Statisch.
Selecteer
5
Wijzig de IP-instellingen voor het toegangspunt zoals IP-adres,
lengte van voorvoegsel voor netwerk, Gateway en DNS.
6
OK.
Selecteer
Wi-Fi Direct
Informatie over het gebruik van de functie Wi-Fi Direct waarmee
u twee apparaten via een WLAN kunt verbinden zonder een
toegangspunt.
›
Uw apparaat verbinden met een ander apparaat
1
Open de lijst met applicaties en selecteer
Draadloos en netwerken → Instellingen Wi-Fi Direct → OK
→ Wi-Fi Direct.
2
Druk op
3
Selecteer een apparaat en selecteer vervolgens
Wanneer de eigenaar van het ander apparaat de verbinding
accepteert, zijn de apparaten verbonden.
›
Gegevens verzenden via Wi-Fi
1
Selecteer een bestand of item, zoals een notitie, mediabestand
of webadres, in de betreffende applicatie of in MyFiles.
→ Scannen.
Connectiviteit
Instellingen →
IP-instellingen in.
Instellingen →
93
Verbind.