5
Beweeg het apparaat om het bewegende onderwerp te
volgen.
Het apparaat maakt automatisch de volgende foto's.
6
Blijf het onderwerp volgen tot het apparaat alle benodigde
opnamen heeft gemaakt voor de actiefoto.
›
Camera-instellingen aanpassen
Voordat u een foto maakt, selecteert u
volgende opties:
Optie
Sneltoets wijzigen
Zelfportret
Flitser
Fotostand
Scènemodus
Belichtingswaarde De belichtingswaarde aanpassen.
Scherpstellen
Timer
Effecten
Functie
Snelkoppelingen naar veelgebruikte opties
bewerken.
Schakelen tussen de cameralenzen aan de
voorzijde en de achterzijde.
De flitserinstelling wijzigen; u kunt de flitser
handmatig in- of uitschakelen of instellen
dat er automatisch wordt geflitst wanneer
dit nodig is.
De opnamestand wijzigen.
De scènestand wijzigen.
Close-upfoto's maken of instellen dat de
camera scherpstelt op het onderwerp.
De lengte van de vertraging selecteren
voordat de camera een foto maakt.
Een speciaal effect toepassen, zoals sepia of
zwart-wittinten.
Entertainment
73
voor toegang tot de